Samenvatting van Inhoud voor ZANTINGH ZCO-WD22.100
Pagina 1
GEBRUIKSVOORSCHRIFT ZANTINGH CO-DETECTOR MODEL ZCO-WD22.100 Op al onze leveringen en diensten aan Nederlandse (contracts)partijen zijn de FME-CWM voorwaarden van toepassing (gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Den Haag). Op al onze leveringen en diensten aan niet-Nederlandse (contracts)partijen zijn de Orgalime S 2000 voorwaarden van toepassing...
Lees de montage- en gebruiksvoorschriften zorgvuldig door! Bij schades die ontstaan door het niet in acht nemen van de montage- en gebruiksvoorschriften, vervalt het recht op garantie. Zantingh B.V. kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schades die daarvan het gevolg zijn.
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze technische- en / of serviceafdeling: +31 (0)297 – 219 100 Tel. algemeen: +31 (0)297 – 219 125 Tel. service: +31 (0)20 – 48 58 212 storingsdienst: Of via de e-mail: info@zantingh.com Pagina. 3 Versie 2019_V3.1...
2. UITLEG EN WERKING VAN DE CO-DETECTOR De ZCO-WD22.100CO is een stationaire CO-detector met een geavanceerde ingebouwde gasconditionering voor optimale meetresultaten. Na het geven van een extern startsignaal zal het monsternamegas met behulp van een ingebouwde pomp door het ingangsfilter worden geleid welke zich aan de buitenzijde van de behuizing bevindt.
3. INSTALLATIE VAN DE CO-DETECTOR Bevestiging De behuizing is voorzien van 4 montagebeugels waarmee het apparaat eenvoudig bevestigd kan worden aan een stevige wand. Het komt de levensduur en meetnauwkeurigheid ten goede wanneer de wand/muur vrij is van trillingen, vocht, hitte of vrieskou.
3.2 Aansluiten van de slang Geadviseerd wordt om ØID 4mm/ØOD 6mm slang te gebruiken voor de diverse aansluitingen op de CO-detector zoals onderstaand getoond: Figuur 3, diverse slangaansluitingen Voor een eenvoudige aansluiting is de CO-detector uitgerust met slangpilaren waarop een slang met een interne diameter van 4mm kan worden gestoken. ...
Pagina 7
Verbind de connectoren als onderstaand getoond: Figuur 4, haakse koppeling Draai de koppelingen goed vast zodat het geheel lekvrij functioneert. De moeren van de koppelingen moeten 1¼ tot 1½ slagen worden aangedraaid. Denk aan een juiste positionering van de knelring zoals in de afbeelding aangegeven. Zorg er voor dat de haakse koppeling altijd naar boven wijst zodat de slang eerst omhoog loopt.
Pagina 8
Indien een langere lengte is benodigd wordt een extra monsternamepunt met by- pass aangeraden zoals onderstaand is getoond. Figuur 6, by-pass aansluiten Voorkom dat er een waterslot op kan treden (sifonwerking) zoals onderstaand getoond. Figuur 7, sifonwerking Probeer zo mogelijk de lengte van de monsternameleiding te beperken maar monteer de CO-detector nooit te dicht bij de schoorsteen of op de condensor i.v.m.
Ingebruikname 3.3.1 Aansluiten van de voedingsspanning De CO-detector wordt geleverd met een losse C13 apparaatstekker waaraan een kabel gemaakt kan worden met een landspecifieke contactstekker. Het apparaat kan naar keuze aangesloten worden op 115V/60Hz of 230V/50Hz. Belangrijk: om condensatie in de CO-detector te voorkomen moet deze altijd in bedrijf blijven. Het apparaat dus niet afschakelen.
Pagina 10
Bij een probleem met de verwarming zal de CO-detector tevens overschakelen naar de spoelfunctie, dit om eventuele schade door condensvorming te voorkomen. Het alarmrelais valt af wanneer de CO concentratie de instelde waarde overschrijdt, met als criteria: 1. CO langer dan 1 minuut tussen de setpoint waarde (fabrieksinstelling 30ppm) en 70 ppm.
3.3.3 Aansluiting en functionaliteit van het start signaal De CO-detector kan geactiveerd worden middels het startsignaal (fysieke schakelaar of relais). Hij is te allen tijde in bedrijf, maar spoelt de sensor met lucht tot het moment dat START geactiveerd wordt. Bij het activeren van START schakelt de meter om naar het meten van rookgassen.
De aansluitingen voor de START en RESET in de 6-polige connector zijn weergeven in figuur 11. Figuur 12, de reset schakelaar 3.3.5 Aansluiting van het 4-20mA uitgangssignaal Op de 6-polige connector kan een aansluiting worden gemaakt voor het 4-20mA signaal, deze is galvanisch gescheiden. Om eventuele storingen snel te kunnen identificeren maakt het mA-signaal onderscheid tussen een aantal verschillende mogelijke oorzaken: ...
Pagina 13
Als eerste dient altijd de zero (= nulpunt) te worden gekalibreerd, gebruik hiervoor uitsluitend 100% stikstof (N Pas altijd een flowmeter met naaldventiel toe tijdens de kalibratie zoals onderstaand is getoond: Figuur 13, kalibratie met ijkgas middels een by-pass Middels de flowmeter kan gecontroleerd worden of er daadwerkelijk een positieve flow (=zeer lichte overdruk) aangeboden wordt aan de CO-detector.
Ten tweede kan de span kalibratie worden uitgevoerd. Voorwaarde hierbij is dat de nulpunt kalibratie succesvol is verlopen. Voor de span kalibratie wordt geadviseerd om ijkgas te gebruiken met een relatieve nauwkeurigheid van ±2%. De keuze van de gasconcentratie is vrij maar dient onder de ingestelde setpoint waarde (fabrieksinstelling 30 ppm) te liggen om ongewenst inschakelen van de spoelfunctie te voorkomen.
Pagina 15
De 2-polige connector maakt het mogelijk om een makkelijke verbinding tot stand te brengen met een multimeter, de aansluitingen zijn als volgt: figuur 16, inregelen van het alarmniveau Pin 1: GND Pin 2: Referentiespanning voor Alarm grenswaarde CO (0-5 volt) Met de potmeter kan traploos de spanning worden ingeregeld tussen de 0 en 5 volt: 0 volt = 4mA = 0 ppm CO 5 volt = 20mA = 100 ppm CO (volledige meetbereik van de CO-detector)
4. FUNCTIONALITEIT DISPLAY EN LED’S Voor de uitvoeringen met ingebouwd verlicht display geldt onderstaande: het display heeft 4 digits, de aanwijzing op het display loopt lineair mee met het mA-signaal, de afgelezen waarde op het display is de actuele meetwaarde van de gasconcentratie in ppm CO.
5. DE AUTOMATISCHE SPOELFUNCTIE De CO-detector is uitgerust met een 3-weg spoelklep, deze spoelklep zorgt ervoor dat de stroming van het monsternamegas naar de sensor periodiek onderbroken wordt en omschakelt naar buitenlucht of omgevingslucht. Deze functionaliteit heeft een positief effect op de sensor en het meetsignaal: ...
6. INSTELLING BY-PASS REGELING De ingebouwde pomp zorgt voor een juiste hoeveelheid flow voor de sensor, een eventueel te hoge flow wordt middels de by-pass weggeleid van de sensor. De CO- detector beschikt over een externe flowmeter met naaldventiel voor de by-pass. Bij normaal gebruik zal de kogel van de flowmeter zich tussen de 0.3 en 0.8 liter/min bevinden.
7. KRUISGEVOELIGHEID VAN DE SENSOR De elektrochemische CO sensor is voorzien van een filter waardoor de kruisgevoeligheid met overige gassen tot een minimum wordt beperkt zoals onderstaand is getoond: gevoeligheid in % van het gemeten gas @ 900ppm H2 < 2 in 900ppm CO @ 10°C: gevoeligheid in % van het gemeten gas @ 900ppm H2 <...
Voor een optimale werking en nauwkeurige meting worden onderstaande onderhoudsintervallen geadviseerd. Te vervangen onderdelen zijn te bestellen met genoemd artikelnummer. Eén reserve filterelement wordt reeds met het apparaat meegeleverd. Onderhoud Interval Zantingh artikelnummer Vervangen van het filterelement 6 maanden 0700221 Kalibratie van de sensor 12 maanden...
Arrondissementsrechtbank te Den Haag op 19 oktober 1998 onder nummer 119/1998. Voor (de) vervolgschade aan het Zantingh toestel, anders dan ter zake van een gebrek dat onder de boven omschreven garantie valt wordt door Zantingh B.V. niet ingestaan. Zantingh b.v. is jegens de gebruiker voorts niet aansprakelijk voor door de gebruiker geleden zuivere vermogensschade en/of bedrijfsschade van welke aard dan ook.
Pagina 24
Bij geschillen over aanspraak op garantie tussen Zantingh B.V. en de afnemer, zal desgewenst een ter zake kundige, onafhankelijke instantie worden ingeschakeld om de garantiekwestie te beoordelen. Partijen komen overeen zich neer te leggen bij de bindende uitspraak van deze instantie.
Pagina 25
Zantingh B.V. Nadruk, ook als uittreksel, is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Dit montage- en gebruiksvoorschrift voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan.