Inhoud
Aansluitingen
Afstandsbedieningscodes instellen
INPUT
Voorpaneel
Achterpaneel
Weergave
Instellingen
Er worden afstandsbedieningscodes ingesteld tussen dit toestel en de
geleverde afstandsbediening. U kunt een van de drie types
afstandsbedieningscodes selecteren en de afstandsbediening kan
worden gebruikt om het toestel te bedienen wanneer dezelfde
afstandsbedieningscode wordt gebruikt. Als drie van deze toestellen op
dezelfde locatie worden gebruikt, kunnen de drie toestellen simultaan
worden bediend via een afstandsbediening in de standaardinstellingen.
Door het instellen van de afstandsbedieningscodes tussen een toestel en
de afstandsbediening, kan de afstandsbediening worden gebruikt om
alleen het toestel dat dezelfde afstandsbedieningscode heeft, te
bedienen.
Zorg dat u de bediening van elk toestel controleert nadat u de
afstandsbedieningscodes hebt ingesteld.
De standaard instelling is "AMP1".
ENTER
0 Wanneer de instelling voor de afstandsbedieningscode is ingesteld op "AMP1",
kan de ingangsbron voor dit toestel niet worden geschakeld naar "PWR AMP" met
INPUT ml op de afstandsbediening. Om te schakelen met de
-
1
3
afstandsbediening, wijzigt u de instelling van de afstandsbedieningscode naar
"AMP2" of "AMP3".
0 Stel de afstandsbedieningskabel op "AMP 1" wanneer u dit toestel bedient vanaf
een Marantz netwerkaudiospeler of een ander apparaat dat verbonden is via een
externe verbindingskabel met dit toestel. (v blz. 20)
31
Afstandsbediening
Tips
Index
Appendix