BEDIENING TESTEN
1
Stel de luchtdruk in op 5 bar en sluit de luchttoevoer aan.
2
Raak de trekker niet aan en druk de uitdrijfopening van de
nieten tegen het werkstuk.
Haal de trekker over. (Het apparaat moet een nietje
aanbrengen).
3
Stel de luchtdruk zo laag mogelijk in op basis van de lengte
van het nietje en de hardheid van het werkstuk.
LUCHTSLANGAANSLUITING
Sluit de twee koppelingen op elkaar aan.
WAARSCHUWING
Let er bij het aansluiten van de slangkoppeling op dat de
uitdrijfopening niet op uw eigen lichaam of op een andere
persoon wordt gericht, en raak de trekker niet aan.
AANBRENGEN VAN NIETEN
1
Uitdrijfopening
1
Druk de uitdrijfopening van de nieten op een plek waar u
een nietje wilt aanbrengen.
2
Haal de trekker over.
2
Trekker
VERWIJDEREN KLEMMENDE NIETEN
Schuifeenheid
1
Koppel de luchtslang los.
2
Verwijder de set nieten uit het magazijn.
3
Verwijder de 4 inbusbouten uit het magazijn en verwijder
de afdekplaat van de drijfgeleider.
4
Verwijder de nieten die in de neus vastzitten met een
ijzeren pen of een schroevendraaier.
5
Zet de afdekplaat van de drijfgeleider weer vast, plaats de
set nieten terug en druk de schuifeenheid terug.
WAARSCHUWING
ALTIJD de luchttoevoer loskoppelen voordat u een
ingeklemd nietje verwijdert.
7
Schroeven-
draaier
Afdek-
plaat
drijf-
geleider