Inhoudsopgave
Advertenties
Voor een uitgebreide uitleg over de HMI, zie:
- de korte gebruikershandleiding
MAN_ControlPro_HMI
- de online gebruikershandleiding op
www.plymovent.com/manuals/controlpro
ControlPro/HMI
EN
User manual
NL
Gebruikershandleiding
DE
Betriebsanleitung
FR
Manuel opérateur
ES
Instrucciones para el uso
www.plymovent.com/manuals/controlpro
5.1.2
Controlepaneel
Van toepassing op alle typen filterunits
De filterunit zelf bevat een controlepaneel met drie
controlelampen, die overeenkomen met die op het
bedieningspaneel:
Fig. 5.3
A
Rode LED brandt | geeft een alarm aan
B
Gele LED brandt | geeft een waarschuwing aan
C
Groene LED brandt | betekent dat de ventilator draait
Fig. 5.3
Controlepaneel
Van toepassing op:
•
Als de gele of rode LED brandt, geeft het knipperpatroon
op het bedieningspaneel de oorzaak van het alarm / de
waarschuwing aan; zie ook § 5.4.1 en 5.4.2.
Van toepassing op:
•
Als de gele of rode LED brandt, zie de HMI voor de oorzaak
van het alarm / de waarschuwing.
5.2
Gebruik
LET OP!
Controleer tijdens het gebruik dat de afsluitklep
open is. Zie Fig. 4.14D (draaiknop in verticale
positie)
32. Beschikbaar in meerdere talen
33. Alleen beschikbaar in het Engels
0000303241/01APR2024/A WallPro 2.0
; en/of
32
33
A
B
C
ControlGo
ControlPro
Van toepassing op:
Zie Fig. 5.1
•
Positioneer de kap van de aangesloten afzuigarm op max.
480 mm afstand van de vervuilingsbron. Zie Fig. VII op
pagina 24 voor de juiste positie.
•
Controleer of de regel-/afsluitklep in de afzuigarm open is
(zie Fig. VIII op pagina 24).
•
Controleer of de hoofdschakelaar (E) aan staat.
•
Druk op de knop VENTILATOR AAN/UIT (F) om de
ventilator in te starten
Van toepassing op:
Zie Fig. 5.2
•
Positioneer de kap van de aangesloten afzuigarm op max.
480 mm afstand van de vervuilingsbron. Zie Fig. VII op
pagina 24 voor de juiste positie.
•
Controleer of de regel-/afsluitklep in de afzuigarm open is
(zie Fig. VIII op pagina 24).
•
Controleer of de hoofdschakelaar (B) aan staat.
•
Gebruik de HMI om de ventilator in te starten
Van toepassing op alle typen filterunits
•
Begin te lassen.
•
Wanneer de laspositie verandert, beweeg de kap dan naar
de juiste positie ten opzichte van het laswerk.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat alle lasrook via de kap wordt
afgezogen om de lasrook buiten de ademzone van
de lasser te houden.
•
Zet de unit ca. 20 seconden na het beëindigen van de
laswerkzaamheden uit.
5.3
Filterreinigingssysteem
Het filterreinigingssysteem kan op drie verschillende manieren
worden geactiveerd en vindt off-line (ventilator uit) of online
(ventilator aan) plaats.
Activering van het filterreinigingssysteem
Automatisch
bij het uitschakelen van de
ventilator
drukgestuurd
Handmatig
met de drukknop of via de
HMI
36
Tijdens een reinigingscyclus draait elke luchtslang in het
HyperClean™-systeem 360 graden gedurende 60 seconden.
Handmatig | met de drukknop of via de HMI
Om het filterreinigingssysteem handmatig te activeren:
•
druk op de desbetreffende knop
34. Optie om de ventilator te activeren: aan-/uitschakelaar op de kap van de
afzuigarm
35. Opties om de ventilator te starten: met een aan/uitschakelaar op de kap van
de afzuigarm of automatisch via een inductiesensor (MCC-05).
36. Afhankelijk van het type bedieningspaneel
ControlGo
.
34
ControlPro
.
35
√
√
120
√
120
√
120
14
Advertenties
Inhoudsopgave
