Basisbedieningsmethode
(Gebruik van directe toetsen)
6
Kenmerken van de verwarmingsfunctie
Starten van het
systeem
Bedien het systeem op de volgende wijze om te voorkomen dat de verwar-
mingscapaciteit afneemt of dat er koude lucht wordt uitgeblazen.
Ontdooifunctie
Warme start
(enkel VRV)
16
●
Het werkingslampje wordt uitgeschakeld en
de werking van het systeem zal worden stop-
gezet wanneer de aan/uit-toets nogmaals
wordt ingedrukt.
*
Wanneer het systeem op verwarmen staat
ingesteld, is het mogelijk dat de ventilator nog
gedurende ongeveer 1 minuut blijft draaien om
de warmte uit de binnenunit te verwijderen nadat
de verwarmingsfunctie gestopt is.
Opmerking
●
Nadat het systeem gestopt is dit niet spoedig daarna uitschake-
len.
Wacht tenminste 5 minuten zodat de waterafvoerinrichting
gereed is met het afvoeren van het resterende afvoerwater. Het
is anders mogelijk dat er water lekt of dat defecten ontstaan.
●
In het algemeen heeft het systeem in de verwarmingsfunctie meer tijd
nodig voor het bereiken van de ingestelde temperatuur dan bij de
koelfunctie.
Het wordt aanbevolen het systeem van te voren te starten met gebruik
van de timer.
●
De verwarmingscapaciteit van het systeem neemt af als de buitenunit
bevriest. Het systeem schakelt dan automatisch over naar ontdooien.
●
Het systeem stopt met het uitblazen van hete lucht en "
(Ontdooien/Warme start) wordt op de afstandsbediening getoond.
●
Het systeem keert terug naar de normale werking na een periode van
ongeveer zes tot acht minuten (echter niet meer dan 10 minuten).
●
Wanneer het systeem overgaat naar de verwarmingsfunctie, stopt het
uitblazen van de lucht om te voorkomen dat in de ontdooifunctie koude
lucht uit het systeem wordt geblazen.
(In dat geval wordt "
afstandsbediening getoond.)
" (Ontdooien/Warme start) op de
"
Nederlands