Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWINGEN EN INFORMATIE DIE DOOR DE METER WORDT
WEERGEGEVEN
De meter is ontworpen voor metingen op inlerreferentiespanningen die niet hoger
is dan 24V voor RE-metingen en 3V voor de RCONT-metingen. De spanning wordt
gemeten tot 1OOV, maar boven 50V wordt aangegeven als gevaarlijk. De meter
mag niet worden aangesloten op spanningen hoger dan 100 V.
> 1,99kΩ
> 199Ω
> 50k Ω
en foutnummer op
hoofdleesveld
^ §
en
AANDACHT!
Overmatige interferentiespanning (> 24 V).
storingsbron los of prober een andere locatie van de probes
Stoorspanning tijdens de R, meting is hoger dan 50v!
Verbreek de verbinding met
Verbreek de voltage bron los voordat u deze weer aansluit op de
Stoorspanning tijdens de R, meting is hoger dan 1OOV!
Koppel de verbinding onmiddellijk los!
Verbreek de voltage
bron los
Te hoge stoorspanning tijdens de RCONT meting
niet mogelijk. Ontkoppel het
De stoorspanning tijdens de R „„ -meting is hoger dan 50V!
Koppel de meter onmiddellijk los!
Ontkoppel de voltage aansluiting alvorens u deze opnieuw aansluit.
onderbreking van het meten circuit van weerstand
Controleer
verbindingen in het test circuit of drijf de probe weerstand opnieuw in de
grond
Onzekerheid van
R,
meting veroorzaakt door probe weerstand meer dan
Verminder
de probeweerstand door het
bevochtigen
van
de directe omgeving.
De R, meetbereik wordt overschreden.
De
Rcont meetbereik wordt overschreden.
Test
probes weerstand boven de
De interferentiespanning voor RE is hoger dan 100V (in plaats daarvan wordt het
symbool weergegeven van het resultaat).
Interferentiespanning is gelijk aan 1.3Vrms tijdens het
kunnen een extra onzekerheid bevatten. Interferentiespanning boven de 10V gedurende
Re meting of een onstabiele meting op het resultaat, of de gemeten spanningen of
stromen zijn te laag in verhouding tot de ruis.
Gemeten spanningen of stromen zijn te laag
wordt weergegeven in plaats van het resultaat).
De standaard weerstand van de leads is hersteld in de Rcont functie. Het automatisch
compenseren van de leads door de gebruiker is uitgeschakeld.
Toestand
van
batterijen.
Batterijen zijn opgeladen
Batterijen zijn leeg.
Stel na het vervangen van de batterijen de juiste laadindicatie
ontladingskenmerken
van
Vervangen
of
laad de batterijen op.
Fout gedecteerd tijdens zelfcontrole.
aan sterke elektromagnetische storingen die de interne registraties kunnen
beïnvloeden.
De
meter
parameters
geeft de fout
verschijnen
door
een tijdelijke invloed van externe factoren. Schakel het instrument
weer in. Als de fouten aanhouden,
De maximaal toegestane temperatuur in de meter is overschreden.
De meting is niet mogelijk. Koppel de
de
meler onmiddellijk!
voordat
u deze weer
(›
bron
van interferentie.
nog een keer
50k
(maar onder de 60k
Ω
in
relatie tot ruis (het symbool
wegwerp en oplaadbare batterijen zijn verschillend)
De
MRU-20
modellen
weerberichten indien
zend dan de
meter retour voor onderhoud.
meter.
aansluit op de meter
3 Vrms)
De
meetmethode is
van
testprobes
hoger
dan 60kΩ
30%
in
de grond te drijven en te
)
Ω
Rcont
meting. De meetresultaten
in
(de
worden vaak blootgesteld
nodig Er kan een foutmelding
uit,
en
Advertenties
Inhoudsopgave
