2. Schakel de laser in. De as beweegt automatisch over het midden van de rondgraveermodule.
3. Plaats de laserkop boven het werkstuk op de positie waar u wilt graveren.
4. Focus het object met het focusgereedschap. Het graveergebied moet evenwijdig zijn aan de X-as.
Doe dit indien nodig met behulp van de hoekverstelling.
graveerproces
1. Maak een grafiek met de grafische software. Selecteer het printerstuurprogramma en de
rondgraveermodule, en voer de diameter van het werkstuk in.
2. Voer de instellingen voor grootte en oriëntatie uit in het lasersoftware-menu 'Plaat' > 'Plaatinstelling' en
kies indien nodig het graveermateriaal. U kunt de oriëntatie van de grafiek op het werkstuk bepalen met
de optie 'Taakoriëntatie'.
3. Kies in het menu 'Instellingen' > 'Opties' > 'Toebehoren', de optie 'Rondgraveermodule' en voer de
diameter van het voorwerp in. Als de diameter al in het printerstuurprogramma is ingevoerd, wordt het
formaat automatisch overgenomen in lasersoftware.
Instellingen 'Rondgraveren'
4. Dubbelklik op het werk in de wachtlijst om het op de plaat te plaatsen.
5. Plaats de laserkop boven het werkstuk.
6. Start het graveerproces.
Aanwijzing
Raadpleeg de softwarehandleiding voor extra functies.
Wanneer u de rondgraveermodule gebruikt, wordt de autofocus automatisch uitgeschakeld.
NEDERLANDS (vertaling)
05/2023
60 / 84