4
de bediening van de airconditioner
De airconditioner heeft naast het koelen nog twee andere functies, namelijk luchtcirculatie en lucht ontvochtigen.
De airconditioner kan bedient worden via het bedieningspaneel op het apparaat en met de bijgeleverde afstandsbediening.
• Kies een locatie waar een stopcontact in de buurt is.
• Installeer de afvoerslang volgens de afbeeldingen en zorg dat het raam zover als mogelijk gesloten is.
• Steek de stekker in een geaard stopcontact.
• Open voor elk gebruik de lamellen van de luchtuitlaat handmatig.
• Druk op de aan/uit toets
• Het temperatuurbereik van de airconditioner is: 17 tot 35°C.
• Controleer of de afvoerslang correct is gemonteerd.
• Deel het stopcontact niet met andere apparaten.
KOELEN
• Druk op de functie toets [
• Druk op de toetsen [ temp
• Druk op de toets [
De beste temperatuur gedurende de zomer zal tussen de 21 en 24°C zijn. De snelheid van de ventilator zal op de
luchtciruclatie stand beter voelbaar zijn dan op de koelen stand.
ONTVOCHTIGEN
• Druk op de functie toets [
• De windsnelheid staat automatisch op laag
Tijdens het gebruik van deze stand moet er een tuinslang (niet meegeleverd) of iets dergelijks worden aangesloten om het
condensvocht af te voeren.
• Draai de schroefdop aan de achterzijde van het apparaat los.
• Monteer het uiteinde van een tuinslang of soortgelijke afvoerslang op de afvoer en leg het andere uiteinde in een
verzamelbak die lager gesitueerd is dan de afvoer van het apparaat zodat het condenswater goed afgevoerd kan worden.
schroefdop
Let op:
• Er kan condensvocht uit de afvoer lopen als de schroefdop verwijderd wordt en het apparaat is gebruikt op de stand
koelen. Houdt een lekbakje bij de hand als de schroefdop verwijderd wordt om het condensvocht op te vangen.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang voor het condensvocht goed afloopt en niet hoger hangt dan de afvoer van het apparaat.
• Bij het gebruik van deze stand hoeft de luchtafvoerslang niet aangesloten te zijn.
• Bij het gebruik van de stand koelen wordt geadviseerd om het condenswater niet continue af te voeren, maar om de
schroefdop weer te sluiten. Zo kan het apparaat maximaal presteren.
LUCHTCIRCULATIE
Bij het gebruik van deze stand hoeft de luchtafvoerslang niet aangesloten te zijn.
• Druk op de functie toets [
• Druk op de toets [
om de airconditioner aan te zetten.
] totdat het indicatielampje koelen
en temp
] om de gewenste kamertemperatuur in te stellen (tussen de 17°C en 30°C).
] op de afstandsbediening om de windsnelheid in te stellen.
] totdat het indicatielampje ontvochtigen
. Dit kan niet veranderd worden.
] totdat het indicatielampje luchtcirculatie
] op de afstandsbediening om de windsnelheid te regelen - laag of hoog.
aan gaat op het display.
aan gaat op het display.
tuinslang of
afvoerslang
aan gaat op het display.
Nederlands
13
•