7. Ingebruikname met oudereenheid
7.1 Ingebruikname camera
1. Plaats de camera op een vlakke, stevige ondergrond en richt de cameralens op het
gebied dat u in de gaten wilt houden. Zorg ervoor dat er zich geen andere elektrische
apparaten in de buurt bevinden.
WAARSCHUWING
Plaats de camera NIET binnen bereik van de baby!
2. Sluit het kleine uiteinde van de voedingsadapter van de camera "Baby" aan op de
camera.
3. Steek het andere uiteinde van de voedingsadapter in het stopcontact.
4. Schuif de AAN/UIT-schakelaar op "ON" om de camera in te schakelen. Het signaal-
lampje op de camera gaat blauw branden.
5. Schuif de AAN/UIT-schakelaar naar beneden om de camera uit te schakelen.
7.2 Ingebruikname oudereenheid met accu
1. V erwijder de steunclip.
2. Schuif de afdekking aan de achterzijde van de oudereenheid naar beneden open.
3. Plaats de meegeleverde accu zoals weergegeven in het batterijvak.
4. Schuif de afdekking aan de achterzijde van de oudereenheid weer naar boven tot
deze hoor- en merkbaar vastklikt.
5. Klik de steunclip weer op het apparaat.
6. Druk op de AAN/UIT-toets
reeds is ingeschakeld, wordt op het beeldscherm automatisch het overgedragen beeld
van de camera weergegeven. Als de camera nog uit staat, klinkt er een akoestisch
signaal en wordt het symbool
7.3 Ingebruikname oudereenheid met voedingsadapter
1. S luit het kleine uiteinde van de voedingsadapter van de oudereenheid "Monitor" aan
op de oudereenheid.
2. Steek het andere uiteinde van de voedingsadapter in het stopcontact.
3. De oudereenheid wordt automatisch ingeschakeld. Druk op de AAN/UIT- toets om
het apparaat uit te schakelen. Als de oudereenheid en de camera ingeschakeld zijn,
wordt het overgedragen beeld van de camera automatisch op het beeldscherm van
de oudereenheid weergegeven.
om de oudereenheid in te schakelen. Als de camera
op de monitor weergegeven.
9