Het product laat verbrandingsproducten achter in de omgeving waarin het wordt gebruikt
(apparaattype A1). Daarom moet het gebouw waarin het product is geïnstalleerd over
een
goed
ventilatie-
ventilatieopeningen in de buitenmuren van het gebouw of een mechanisch ventilatiesysteem.
Voor een goede luchtwisseling kan de luchtstroom met behulp van de volgende vergelijking
(UNI EN 13410) worden berekend:
V
tot
Q
nb
L
BELANGRIJK: de te gebruiken coëfficiënt voor de luchtwisseling "L" MAG NIET
lager dan 10 m
De producten mogen NOOIT EN TE NIMMER worden geïnstalleerd:
in ruimtes kleiner dan 12 m³
in woonruimtes
waar de windsnelheid hoger dan 2 m/s is
Handleiding_DeLUX_revisie 0_07_2013
INSTALLATIE
Ventilatie van de omgeving
Producten moet worden geïnstalleerd in een goed
geventileerde
overeenkomstig de geldende wetgeving
en
luchtwisselingssysteem
V
tot
3
luchtdebiet in m
/h
totaal verwarmingsvermogen geïnstalleerd in het gebouw in kW
coëfficiënt voor de luchtwisseling (moet 10 m
3
/u zijn voor elke kW aan geïnstalleerd vermogen
en
gecontroleerde
= Q
x L
nb
omgeving,
beschikken
met
3
/u/kW zijn)
gepaste
page 7