Opnamen maken door het diafragma/de sluitertijd
te specificeren
Opnamefunctie:
•
De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde zullen niet op het opnamescherm zichtbaar
zijn. Gebruik [Voorvertoning] om het opnamescherm te controleren. (P52)
•
Draai aan de modusknop op voor-/achterkant om de belichtingsmeter weer te geven. De
ongeschikte zones van het bereik worden rood weergegeven.
•
Als er geen geschikte belichting is gevonden, gaan de diafragmawaarde en de sluitertijd rood
knipperen zodra de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Lensopening-Prioriteit AE-modus
Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het
onderwerp automatisch optimaliseren.
1
Stel de functieknop in op [
2
Stel de lensopeningwaarde in door aan de
modusknop op de voorkant of op de
achterkant te draaien.
A Lensopeningwaarde
Sluiter-Prioriteit AE-modus
Als u de sluitertijd instelt, zal de camera de lensopeningwaarde voor de helderheid van het
onderwerp automatisch optimaliseren.
1
Stel de functieknop in op [
2
Stel de sluitertijd in door aan de modusknop
op de voorkant of op de achterkant te
draaien.
B Sluitertijd
Handmatige Belichtingsmodus
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
De handmatige belichtingshulp verschijnt op het onderste gedeelte van het scherm om de
belichting aan te geven.
1
Stel de functieknop in op [
2
Draai aan de modusknop op de achterkant
om de sluitertijd in te stellen en draai aan de
modusknop op de voorkant om de
lensopeningwaarde in te stellen.
A Lensopeningwaarde
B Sluitertijd
C Hulp bij handmatige belichting
].
].
].
Opnemen
SS
SS
60
30
15
8
4
F F
4.0
5.6
8.0
11
16
8.0
8.0
8.0
A
SS
SS
SS
60
125
250
500
1
000
F
5.6
4.0
2.8
250
250
250
B
SS
SS
SS
8
15
30
60
125
F
2.8
4.0
5.6
8.0
11
0 0
+3
5.6
30 30
30
A B
C
(DUT) VQT5H76
51