2.6.1
Schema van het koudemiddelcircuit
75 %
+2 °C
–2 °C
1
Afb. 1
Werkingsprincipe van het koelmiddelcircuit in de warmtepomp
[1]
Verdamper
[2]
Compressor
[3]
Condensor
[4]
Expansieventiel
2.7
Binnenunit
De binnenunit is bedoeld om de uit de warmtepompbuitenunit komende
warmte over de cv-installatie en de boiler te verdelen. De circulatiepomp
in de binnenunit is toerentalgeregeld, zodat het toerental bij geringe
vraag automatische wordt verminderd. Daardoor daalt het energiever-
bruik.
Wanneer de warmtevraag bij lagere buitentemperaturen hoger is, kan
een externe warmtebron nodig zijn. Externe warmtebronnen kunnen via
de bedieningsunit in de binnenunit worden in- of uitgeschakeld.
2.8
Opmerking energiebesparing
• Gebruik bij voorkeur het normaal bedrijf, waarbij het energieverbruik
van de cv-installatie het laagst is. Stel de gewenste kamertempera-
tuur in op uw eigen temperatuurgevoel.
• Open in alle kamers de thermostaatkranen volledig. Pas wanneer na
langere tijd de gewenste ruimtetemperatuur niet bereikt wordt, de
temperatuurinstelling op de bedieningsunit verhogen. Draai in een
kamer de thermostaatkraan alleen terug als het in de betreffende ka-
mer te warm wordt.
• Wanneer een kamerthermostaat is geïnstalleerd, kan deze voor de
optimale weersafhankelijke regeling met ruimtetemperatuurcompen-
satie worden gebruikt. Vermijd inwerkingen door externe warmte
(bijvoorbeeld zonnestralen of kachel). Anders kunnen ongewenste
variaties in de kamertemperatuur optreden.
• Plaats geen grote objecten, zoals bijvoorbeeld een bankstel, direct
voor de radiatoren (minimaal 50 cm afstand). De verwarmde of ge-
koelde lucht kan anders niet circuleren en het vertrek ook niet opwar-
men of afkoelen.
• Stel de temperatuur van waaraf gekoeld moet worden niet te laag in.
Ook bij het koelen van de woning wordt energie verbruikt.
Correct ventileren
Open de ramen kortstondig helemaal in plaats van deze slechts op een
kier te zetten. Bij een venster op een kier wordt constant warmte aan de
ruimte onttrokken, zonder dat de kamerlucht noemenswaardig wordt
ververst. Draai tijdens het ventileren de radiatorkranen dicht of verlaag
de instelling op de kamerthermostaat.
Compress Hybrid 3400i AW – 6721841572 (2023/01)
0 °C
–4,5 °C
25 %
2
88 °C
4
2.9
Garantiebepalingen
▶ Zie voor de garantiebepalingen de meegeleverde garantiekaart.
▶ Vul de garantiekaart, samen met de installateur, direct na installatie
in.
▶ Stuur deze terug naar het op de garantiekaart vermelde adres. Hier-
door wordt eventuele aanspraak op fabrieksgarantie en/of inschake-
ling van onze servicedienst eenvoudiger.
3
Bediening
WAARSCHUWING
Materiële schade door vorst!
De verwarming en de bijverwarming kunnen door vorst beschadigd ra-
ken.
▶ Start de binnenunit niet, wanneer gevaar bestaat, dat de verwarming
of bijverwarming bevroren zijn.
3.1
Bedieningsunit
De bedieningsunit HPC410 regelt elk van max. 4 cv-circuits in telkens
één van de regelmodi:
• Weersafhankelijk geregeld
– De bedieningsunit stelt de aanvoertemperatuur in conform een
geoptimaliseerde stooklijn.
• Weersafhankelijk geregeld met voetpunt
– De bedieningsunit stelt de aanvoertemperatuur in conform een
vereenvoudigde stooklijn.
Voor beide typen regeling kan een afstandsbediening in de referentie-
ruimte worden geïnstalleerd, om de invloed van de gemeten en gewenste
kamertemperatuur mogelijk te maken. De stooklijn wordt dan overeen-
komstig aangepast.
De bedieningsunit HPC410 is in het toestel ingebouwd en kan niet als af-
standsbediening worden gebruikt. Informeer bij uw vakman naar be-
schikbare kamerthermostaaten.
1) Deze instelling is in Finland, Noorwegen en Zweden niet beschikbaar
Bediening
100 %
+27 °C
+35 °C
3
50 °C
1)
5