Benoemen van TCP/IP deurcontrollers
De knop 'Hernoemen' kan worden gebruikt om de deurcontroller een andere naam te geven in het systeem. Deze
benaming wordt getoond in de Net2 access control software in de kolom "communicatie poort" bij het deuren
overzicht. Deurcontrollers welke via de RS485 datalijn op de TCP/IP aangesloten deurcontroller zijn aangesloten
laten dezelfde naam zien in de kolom "communicatie poort". Zodoende kan heel eenvoudig gezien worden welke
deurcontrollers er op welke datalijn geïnstalleerd zijn. Dit kan bijvoorbeeld erg behulpzaam zijn bij het opsporen van
mogelijke problemen op locatie.
Tabblad "Geavanceerd" bij TCP/IP Netwerk instellingen
De netwerk latency instelling op een TCP/IP deurcontroller kan indien noodzakelijk aangepast worden wanneer
er op een langzaam of een druk netwerk op locatie gewerkt wordt. Deze geavanceerde optie dient alleen op
aanwijzing van de Paxton support afdeling aangepast te worden.
VLAN aanbevolen
Op locaties met veel dataverkeer over het netwerk (CCTV etc.) is het gebruik van VLAN's (virtuele lokale netwerken)
sterk aanbevolen. VLAN's stellen netwerk beheerders in staat om het netwerk in te delen in groepen met gebruik van
IP adressen en subnet masks. Dit zorgt ervoor dat het verschillende netwerk verkeer gescheiden kan worden en er
efficiënter gebruik gemaakt kan worden van het aanwezige netwerk. Zie hiervoor ook AN1085- Aanbevelingen voor
een LAN/WAN netwerk voor het gebruik met Net2 <
Verbinden over een Wide-Area Netwerk (WAN)
Wanneer een Net2 plus deurcontroller verbonden wordt via een WAN netwerk of op een lokaal netwerk in een
ander subnet dient de deurcontroller eerst lokaal te worden voorzien van een IP adres, subnet mask en gateway
adres voordat deze op de locatie op afstand wordt geïnstalleerd. Dit kan bijvoorbeeld met een laptop gedaan
worden.
De server PC waar de Net2 software op geïnstalleerd staat dient netwerk verbinding te hebben met de locatie op
afstand. De eventueel aanwezige routers en gateways dienen op de juiste manier geconfigureerd te zijn om de
netwerk verbinding tussen de Net2 server en de deurcontrollers op te bouwen. De verantwoordelijkheid voor de
juiste configuratie van deze netwerkapparatuur ligt bij de netwerk beheerder van de locatie.
Nadat de lokaal deurcontroller voorzien is van zijn IP adres kan deze via de Net2 Configuration Utility op de server
PC handmatig worden toegevoegd aan het systeem met de knop "Toevoegen" in het tabblad "TCP/IP Netwerk
instellingen". Voeg de deurcontroller toe aan het systeem door in het pop-up scherm een naam en het MAC adres in
te vullen.
Vul daarna het IP adres bij het invulveld "IP adres" in het tabblad "Configuratie" in en bevestig met de knop "Ping" dat
deze reageert.
Rechtstreeks verbinden aan de PC
Een Net2 plus deurcontroller kan worden aangesloten op het netwerk met een standaard patch kabel.
http://paxton.info/970
>
Net2
APN-1006-NL
6