Uw eigen drumuitrusting (drum kit) samenstellen
Ambiance instellingen [AMBIENCE]
Ambience (15 types)
Er is een pakket van ambiance of "ruimte simulatie" effecten beschikbaar, voor iedere afzonderlijke
uitrusting. Kamers van verschillende omvang en zelfs een selectie "gecomprimeerde" types behoren tot
de keuzemogelijkheden.
Ambiance aan/uit schakelen
1.
Druk op [AMBIENCE] om de functie aan of uit te zetten.
Als [AMBIENCE] oplicht: de ambiance staat aan
Als [AMBIENCE] niet oplicht: de ambiance staat uit
Het type ambiance selecteren
De TD-3 beschikt over vijftien verschillende voorgeprogrammeerde ambiance instellingen. Ze worden
gelijkmatig toegepast op alle geluiden van de uitrusting.
1.
Druk op [EDIT].
[EDIT] knippert.
2.
Druk een aantal keer op [EDIT] , totdat de AMBIANCE indicator oplicht.
Het ambiance type nummer verschijnt.
fig.01-006
3.
Druk op [+] of [-] om het ambiance type te selecteren.
Type
n 1, n 2, n 3
b 1, b 2, b 3
d 1, d 2, d 3
c 1, c 2, c 3
C 1, C 2, C 3
4.
Druk als u klaar bent op [DRUM KIT]. Het [EDIT] lampje dooft.
26
Ambiance aan/uit instellingen kunnen NIET voor afzonderlijke drumuitrustingen worden
opgeslagen.
Druk, indien u wilt dat de ambiance aan of uitstaat, telkens wanneer de stroom wordt
aangezet, op [DRUM KIT], terwijl ambiance aan of uitstaat.
Ambiance wordt tevens op de klik (metronoom) toegepast.
Houd [EDIT] ingedrukt, en druk op [-] om de indicators in omgekeerde volgorde te doen
oplichten.
Beschrijving
Natuurlijke kamergalm.
Lichte, luchtige galm.
Warme en zachte galm.
Versterkte aanslag geeft het geluid meer pit.
Warme galm is eveneens toegevoegd.
Versterkte aanslag geeft het geluid meer pit.
Oppervlakkige kamergalm is eveneens toegevoegd.
Schakel de stroom niet uit als het [EDIT] lampje nog niet gedoofd is. Anders zullen de
gemaakte wijzigingen verloren gaan.
Naarmate het nummer oploopt, ver-
andert de kamergrootte, waardoor het
effect duidelijker wordt.
Er wordt meer compressie toegepast
naarmate het nummer oploopt, waar-
door het geluid meer "pit" krijgt.