Aan de slag
Om stroom te besparen moet u de oplader loskoppelen wanneer u deze niet gebruikt. De oplader
•
beschikt niet over een aan/uit-schakelaar. U moet daarom de oplader loskoppelen van het
stopcontact wanneer u deze niet gebruikt, om te voorkomen dat u energie verspilt. De oplader
moet in de buurt van het stopcontact blijven tijdens het opladen en eenvoudig te bereiken zijn.
Als u een oplader gebruikt, wordt het aangeraden om een goedgekeurde oplader te gebruiken die
•
garandeert dat het apparaat goed wordt opgeladen.
Als de batterij volledig leeg is, kan het apparaat niet direct worden ingeschakeld wanneer de
•
oplader is aangesloten. Laat een lege batterij enkele minuten opladen voordat u probeert het
apparaat in te schakelen.
Wanneer u netwerk-apps, apps waarvoor een verbinding met een ander apparaat is vereist of
•
meerdere apps tegelijk gebruikt, raakt de batterij snel leeg. Als u wilt voorkomen dat er geen
stroom meer is tijdens een gegevensoverdracht, moet u deze apps pas gebruiken nadat de batterij
volledig is opgeladen.
Als u een andere voedingsbron dan de oplader gebruikt, zoals een computer, kan dit zorgen voor
•
een lagere oplaadsnelheid vanwege een lagere stroomvoorziening.
U kunt het apparaat tijdens het opladen blijven gebruiken, maar hierdoor kan het wel langer
•
duren voordat de batterij volledig is opgeladen.
Als de stroomvoorziening instabiel is wanneer het apparaat wordt opgeladen, functioneert het
•
scherm mogelijk niet. Als dit gebeurt, koppelt u de oplader los van het apparaat.
Tijdens het opladen kunnen het apparaat en de oplader warm worden. Dit is normaal en heeft
•
geen nadelige invloed op de levensduur of prestaties van het apparaat. Als de batterij warmer
wordt dan normaal, houdt de oplader mogelijk op met opladen.
Als uw apparaat niet goed oplaadt, kunt u met het apparaat en de oplader naar een Samsung
•
Servicecenter of een geautoriseerd servicecenter gaan.
16