NLD
3.2
Verlichtingsniveaus
De verlichtingsniveaus zijn reeds bij de afle-
veringstoestand optimaal ingesteld. Indien
nodig kunt u de werkverlichting en de basis-
verlichting aanpassen aan uw behoeften.
Werkverlichting
0 %
Individueel instelbaar verlichtingsniveau
waarbij een armatuur een lichthoeveelheid
uitstraalt die een aangenaam werken bij de
armatuur mogelijk maakt.
Basisverlichting
0 %
Gereduceerd verlichtingsniveau waarbij
een armatuur een geringere lichthoeveel-
heid uitstraalt.
In de afleveringstoestand bedraagt het
maximaal opgenomen vermogen van het
armatuur in de basisverlichting ca. 30%
van het maximaal opgenomen vermogen
van het armatuur.
Serviceverlichting
0 %
Verlichtingsniveau waarbij alle verbonden
armaturen op vol vermogen branden. De
sensoren van de armaturen zijn uitgescha-
keld.
De serviceverlichting wordt geactiveerd via
externe zenders en na ongeveer een uur
automatisch gedeactiveerd.
3.3
Externe zenders
M e t d e ze f u n c t i e k u n n e n ex t e r n e
EnOcean-zenders zoals bijvoorbeeld
wandzenders worden aangeleerd. Zo kun-
36
nen de module en de daarmee verbonden
armaturen worden bediend via de externe
zenders.
3.4
M e t d e ze f u n c t i e k u n n e n ex t e r n e
EnOcean-ontvangers zoals bijvoorbeeld
schakelontvangers of gateways voor
gebouwautomatisering worden aange-
leerd. Zo kunnen externe ontvangers scha-
100 %
kelinformatie van het armatuur ontvangen
via de module.
3.5
Met deze functie kan de module worden
gebruikt als repeater.
100 %
100 %
Externe ontvangers
Repeater-functie
Functies