NL
Beveiliging
Het toestel en de aangesloten verbruikers moeten door
voorgeschakelde beschermingsorganen beschermd wor-
den.
Bij de keuze van het/de geschikte beschermingsorgaan(en)
moeten de geldende opstelrichtlijnen strikt worden nage-
leefd.
Elektrische aansluiting
De aansluitingsleidingen ca. 6-8 mm isoleren en als volgt
aansluiten:
• Zie aansluitingsbeeld
• Fase L (zwart) op klem L (leiding bruin)
• Neutrale geleider N (blauw) op klem N (leiding blauw)
• Schakeldraad / lampendraad op klem LS (leiding rood)
De bewegingschakelaar is na ca. 90 seconden (meettijd /
opwarmtijd) na aansluiting op het stroomnet bedrijfsklaar.
* PIR = Passief infrarood Bewegingsschakelaar
18
6
6
L (bruin)
N (blauw)
PIR*
A (rood)
Verbruikers aansluiten
Hoge inschakelstromen verkorten de levensduur van de
relais in grote mate.
Zie in dit verband de technische gegevens van de fabrikant
van de lampen.
Hoge inductieve lasten moeten via een extra relais of een
extra beveiliging geschakeld worden.
220-240 V~
L
N
Load