7.4 Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
■
Overbelast het elektrisch gereedschap niet. Gebruik het juiste elektrisch gereedschap voor uw toepas-
sing. Met het juiste elektrisch gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik.
■
Gebruik het elektrisch gereedschap niet als de schakelaar niet kan worden in- en uitgeschakeld. Een
elektrisch gereedschap dat niet met de schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk en moet worden gerepa-
reerd.
■
Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu van het elektrische gereedschap voordat u aanpassin-
gen maakt, van accessoire wisselt of elektrisch gereedschap opbergt. Deze preventieve voorzorgsmaatre-
gelen beperken het risico op onbedoeld starten van het elektrisch gereedschap.
■
Berg niet-gebruikt gereedschap op buiten het bereik van kinderen en zorg ervoor dat personen die niet
vertrouwd zijn met het gereedschap of die deze instructies niet hebben gelezen het gereedschap niet ge-
bruiken. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk wanneer dit door onervaren personen wordt gebruikt.
■
Onderhoud van elektrisch gereedschap. Controleer of de bewegende onderdelen correct functioneren
en niet vastklemmen en of de onderdelen zodanig gebroken of beschadigd zijn dat de werking van het
elektrisch gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde onderdelen repareren voordat u het
elektrisch gereedschap gebruikt. Vele ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch ge-
reedschap.
■
Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, boren, enz. in overeenstemming met deze instructies en
houd daarbij rekening met de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Elektrisch ge-
reedschap gebruiken voor andere dan de beoogde werkzaamheden kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
7.5 Reparatie
■
Laat uw elektrisch gereedschap repareren door een bevoegde reparateur die uitsluitend identieke ver-
vangingsonderdelen gebruikt. Dit zorgt ervoor dat de veiligheid van het elektrische gereedschap in stand
wordt gehouden.
40