Wanneer het drukverlies in de onthardings-
installatie groter is dan 1,0 bar, dan wordt
het in de stuurkop geïntegreerde overloop-
ventiel geopend. Door het geopende over-
loopventiel wordt het drukverlies geredu-
ceerd doordat het hardwater langs de instal-
latie heen wordt geleid.
Door de compensatie van het drukverlies
verhoogt kortstondig de mengwaterhard-
heid achter de installatie. Tijdens de regene-
ratie stroomt het afgetapte water via het
overloopventiel.
5.3
Vullen met zout
Omdat de waterontharder automatisch
werkt, dient van tijd tot tijd regenereerzout te
worden bijgevuld.Uiterlijk dan, wanneer de
sticker "zout bijvullen" in het zoutreservoir
zichtbaar wordt.
De zoutvoorraad mag niet zoveel afnemen,
dat het vloeistofpeil zich boven het regene-
reerzout bevindt, omdat dit peil anders bij
het bijvullen van het zout overmatig
aanstijgt. Het vloeistofpeil dient zich 10 – 12
cm boven de reservoirbodem te bevinden.
Indien niet op tijd wordt bijgevuld, dringt het
vaste regenereerzout het pekelwater weg.
Bij de volgende regeneratie wordt dan
onnodig veel pekelwater afgezogen, de
afzuigcyclus duurt overeenkomstig langer.
Onze aanbeveling: Broxo- of Solvayzout,
ofwel blokzout, tabletten of grof korrelig 7 -
15 mm.
ATTENTIE
(zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en
gevaren indien niet nagekomen")
Indien geen regenereerzout meer aanwezig
is of er niet op tijd regenereerzout wordt
bijgevuld, schakelt de waterontharder op
spaarwerking:
Bedrijf
De nog aanwezige zoutvoorraad wordt in de
eerste plaats voor de ontsmetting van de
ionenwisselaarshars gebruikt en de onthar-
dingswerking wordt gereduceerd.
Op deze wijze blijft de waterontharder nog
weken na het optreden van het tekort aan
regenereerzout in hygiënisch onberispelijke
toestand.
5.4
(zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies en
gevaren indien niet nagekomen")
Er mogen alleen originele reserveonder-
delen worden gebruikt!
Eigenmachtige ombouw en wijzigingen zijn
om veiligheidsredenen verboden! Deze
kunnen de functie van de waterontharder
belemmeren. De opgedrukte keurmerken
zijn alleen geldig bij het gebruik van originele
reserveonderdelen.
5.4.1 Onderhoud / Reparatie
Een onderhoudsbeurt dient overeenkomstig
de eisen van de norm DIN 1988 minimum
eens per jaar te worden uitgevoerd. Bij
gemeenschappelijke installaties is een half-
jaarlijkse onderhoudsbeurt vereist.
Wij bevelen de afsluiting van een onderhou-
dscontract aan.
Controleren van de functies:
– De afdekkap (2) afnemen.
– Zolang een regeneratie duurt, licht ofwel
de controlelamp(15) op. Van zodra de
regeneratie is afgesloten, een regene-
ratie door op de activeringstoets (18)
van de regeneratie te drukken activeren.
JUDO QUICKSOFT-UNO
Ombouw / Wijzigingen /
Reserveonderdelen
ATTENTIE
17