Patronen opvullen/omtrekken dikker
maken met tekenfuncties
Opmerking
• Afhankelijk van het materiaal en de pen die u
gebruikt, is het materiaal dat is getekend met
een gevuld patroon moeilijker van de mat te
halen. Of misschien scheurt het zelfs. Maak
vooraf een proeftekening met het patroon op het
te bewerken materiaal, voor het beste resultaat.
• Als u het patroon wilt opvullen, selecteert u het
selectievakje [Vul het gebied binnen de omtrek
met de tekenfunctie.] in het dialoogvenster
[Eigenschappen] in ScanNCutCanvas en verzendt
u vervolgens het patroon naar de machine.
Memo
• Een open patroon kunt u niet vullen.
Voorbeeld:
• De opvulinstellingen worden toegepast op alle
patronen in het patroonvoorbeeldvenster.
• U kunt geen vulling- en omtrekinstellingen
opgeven voor hetzelfde patroon.
■ Patronen vullen
a
c
Zie stappen
tot en met
pagina 41 om de tekeninstellingen op te geven.
b
Klik op [Toepassen].
U kunt verschillende opvulinstellingen opgeven.
c
Klik op [Meer...] om het instellingenscherm
voor vullingen te openen.
De instellingen kunnen ook worden gewijzigd door op
[Instellingen] te klikken in het menu [DesignNCut] van
het hoofdvenster.
c
b
e
e
in "Tekenen" op
Memo
• Bij de versie voor het mobiele apparaat:
Voorbeeldvenster →[Instellingen] → [Vullen/
Extra regel] of hoofdvenster→
→[Instellingen] → [Bediening]
d
Na selectie van een ontwerp onder
[Vulpatroon], geeft u de instellingen op voor
[Vulregelafstand] en [Vulrichting] en klikt u
vervolgens op [OK].
a
b
c
a Vulpatroon
Selecteer het vulpatroon.
b Vulregelafstand
Stel de ruimte tussen de lijnen van het opvulpatroon in.
c Vulrichting
Stel de vulrichting (hoek) van het opvulpatroon in.
e
Klik op [Starten] om met tekenen te beginnen.
3
43