1
Selecteer in de menustand
Oproep
→
Nepoproep.
2
Naam of Nummer.
Selecteer
3
Geef een naam of nummer in.
4
Afbeelding nepoproep.
Selecteer
5
Selecteer het afbeeldingsveld
6
Voeg een afbeelding toe door een afbeelding in de
afbeeldingsmap te selecteren of een nieuwe foto te maken.
De FDN-modus (Fixed Dialling Number) gebruiken
In de FDN-modus zijn uitgaande oproepen voor uw apparaat
beperkt tot de nummers op de SIM- of USIM-kaart. U kunt
de FDN-modus pas gebruiken wanneer u uw FDN-lijst in de
telefoonlijst hebt ingesteld. De FDN-modus inschakelen:
1
Selecteer in de menustand
FDN-modus.
2
Geef de PIN2-code in die u bij de SIM-kaart of USIM-kaart
hebt gekregen, en selecteer Gereed.
Instellingen
→
Toepassingen
→
een optie.
Instellingen
Beveiliging
→
Oproepen doorschakelen
→
Doorschakelen is een netwerkvoorziening waarmee inkomende
oproepen naar een ander, door u opgegeven nummer worden
doorgestuurd. U kunt deze functie apart instellen voor diverse
omstandigheden waarin u niet in staat bent om gesprekken
aan te nemen, bijvoorbeeld wanneer u al aan het bellen bent of
wanneer u zich buiten het servicegebied bevindt.
1
Selecteer in de menustand
Oproep
→
Spraakoproep of Video-oproep
doorschakelen.
2
Selecteer een voorwaarde.
3
Inschakelen.
Selecteer
4
Selecteer
Doorschakelen naar
contact toe te voegen of een nummer in te geven om de
oproepen naar door te schakelen.
→
Uw instellingen worden naar het netwerk verzonden.
Instellingen
→
Toepassingen
→
Oproepen
→
Contacten om een
Communicatie
→
37