Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Voorzorgsmaatregelen
Om brand, elektrische schokken en letsel te voorkomen, dient u zich te
houden aan de volgende voorzorgsmaatregelen.
1. Lees de instructies in deze handleiding goed door.
2. Stel u op de hoogte van alle waarschuwingen en instructies op dit toestel
en voer deze uit.
3. Als u de telefoon schoonmaakt, haal dan het telefoonsnoer uit de
wandcontactdoos en uit uw telefoon. Gebruik een vochtige doek.
Gebruik geen vloeistoffen of spuitbussen.
4. Gebruik de telefoon niet in de buurt van water (bijv. een gootsteen,
badkuip, wasbak, wasteil, zwembad of een vochtige kelder).
5. Plaats de telefoon in een veilige omgeving. Zorg ervoor dat personen niet
over kabels en snoeren kunnen struikelen. Plaats op het telefoonsnoer
geen objecten die schade kunnen toebrengen.
6. Mors geen vloeistof op de telefoon. Hierdoor kan interne kortsluiting of
brand ontstaan of wordt u blootgesteld aan elektrische schokken. Dit valt
buiten de garantie.
7. Wandcontactdozen en verlengsnoeren mogen niet worden overbelast
omdat hierdoor brand kan ontstaan of het risico bestaat dat u
blootgesteld wordt aan elektrische schokken.
8. Steek nooit voorwerpen in de telefoon, omdat hierdoor gevaarlijke
spanningspunten kunnen worden geraakt of in onderdelen kortsluiting
kan ontstaan met als gevolg dat brand kan optreden of dat u blootgesteld
wordt aan elektrische schokken.
9. Als reparatie of onderhoud nodig is, breng de telefoon dan naar een
gekwalificeerde reparateur. Om het risico van elektrische schokken uit te
sluiten, dient u de telefoon niet te demonteren. Als u dat wel doet, staat
u bloot aan gevaarlijke spanning of andere risico's. Als u de telefoon
toch demonteert en op onjuiste wijze weer monteert, dan kunt u bij
voortgaand gebruik blootstaan aan elektrische schokken.
10.Gebruik de telefoon niet tijdens onweer. Er bestaat een klein risico dat u
door de bliksem blootstaat aan elektrische schokken.
112
Voorzorgsmaatregelen
11. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren als het gaslek in
de buurt is.
12.Haal het telefoonsnoer uit de wandcontactdoos en breng de telefoon
naar een gekwalificeerde reparateur wanneer:
1. u vloeistof op de telefoon heeft gemorst.
2. de telefoon blootgestaan heeft aan regen of water.
3. de telefoon niet normaal functioneert terwijl u de
bedieningsinstructies goeduitvoert.
4. u de telefoon heeft laten vallen of de behuizing beschadigd is.
5. de telefoon niet goed meer werkt.
113
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
