Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

C.5 Laden, Ontladen - Zumtobel ONLITE central CPS Montagehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ONLITE central CPS:
Inhoudsopgave

Advertenties

C.5
Laden, ontladen
C.5.1
Laden
Er kan worden gebruik gemaakt van alle laadprocedures waarvan de grenswaarden voldoen
aan de eisen van norm DIN 41773 (l/U-karakteristiek), DIN 41774 (W-karakteristiek) of
DIN 41776 (I-karakteristiek). Afhankelijk van het soort installatie kan het laden plaatsvinden in
de volgende bedrijfsmodi:
Standby-parallel- en bufferbedrijf
Hierbij zijn de verbruikers, de gelijkstroombron en de accu continu parallel geschakeld. In
dit geval vormt de laadspanning de bedrijfsspanning van de accu en gelijktijdig de
installatiespanning.
Tijdens standby-parallelbedrijf is de gelijkstroombron op elk moment in staat om de
maximale verbruikstroom en de acculaadstroom te leveren. De accu levert alleen dan
stroom als de gelijkstroombron uitvalt. De in te stellen laadspanning bedraagt bij 20 °C
"2,3 V DC / cel * aantal cellen" (toegestane afwijking: 1 %), gemeten op de eindpolen van
de accu.
Bij bufferbedrijf is de gelijkstroombron niet in staat om altijd de maximale verbruikstroom te
leveren. De verbruikstroom is tijdelijk groter dan de nominale stroom van de
gelijkstroombron. Gedurende deze periode levert de accu stroom, maar is niet op elk
moment volledig geladen. Om deze reden dient de laadspanning, afhankelijk van de
verbruiker, te worden ingesteld op 2,3 V DC - 2,4 V DC per cel.
Omschakelbedrijf / vereffeningslading
De accu is tijdens het laden losgekoppeld van de verbruiker. De laadspanning van de accu
bedraagt max. 2,45 V DC per cel (sterke lading). De laadprocedure dient te worden
bewaakt. Als bij deze constante laadspanning de laadstroom op 0,5 A/100 Ah daalt of als
meer dan 2,4 V DC per cel worden bereikt, dan wordt op druppelladen omgeschakeld.
Behoud van de volledige lading (druppellading)
Het is aan te bevelen gebruik te maken van apparaten die voldoen aan norm DIN 41772
(l/U-karakteristiek). De apparaten dienen zodanig te worden ingesteld dat de celspanning
= 2,3 V DC per cel bedraagt (toegestane afwijking: 1 %). Is de accutemperatuur als
(20 °C)
gevolg van een te hoge of te lage omgevingstemperatuur permanent lager of hoger, dan
dient de laadspanning te worden aangepast zoals hieronder beschreven:
Laadspanning
t.a.v. 20 °C)
Laadspanning
t.a.v. 20°C)
Voorbeelden:
De temperatuur ligt meestal bij 15 S°C, laadspanning = 2,3 V DC per cel + 0,025 V DC per
cel = 2,325 V DC per cel.
De temperatuur ligt meestal bij 30 °C, laadspanning = 2,3 V DC per cel - 0,050 V DC per
cel = 2,250 V DC per cel.
Laadstromen
De laadstromen zijn in principe niet beperkt tot 2,4 V DC per cel en 20 °C. Het is aan te raden
niet de referentiewaarde van 20 A per 100 Ah nominale capaciteit te overschrijden.
= 2,3 V DC per cel - 0,005 V * ∆T (∆T= temperatuurverschil
(groter dan 20 °C)
= 2,3 V DC per cel + 0,005 V *∆T(∆T = temperatuurverschil
(kleiner dan 20°C)
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave