~
------.--
••••••••
Ontluchten en bijvullen van de installatie:
Ontluchten dient ertoe, de lucht die in de leidingen zit te laten
ontsnappen. Want lucht in de installatie veroorzaakt lawaai en
benadeelt de goede werking van de e.v.-ketel.
Er moet water bijgevuld worden, zodra de temperatuur-
drukmeter (fig. 1.4 en 2) een te lage druk in de installatie
(minder dan 0.5 bar) aangeeft. Moet er vaker dan enkele keren
per stookseizoen worden bijgevuld, dan de installateur
waarschuwen.
• Vóór het (bij)vullen de elektrische stroom uitschakelen
(stekker uit het stopkontakt).
• Het vullen kan geschieden via de vul-aftapkraan, links
onder op de ketel, onder de circulatiepomp (fig. 1.7), of
elders in de installatie (vraag de installateur waar?).
• De vulslang met bijgeleverde slangpilaar (fig. 4.1) op de
vul-aftapkraan draaien.
• De slang onder de koud waterkraan langzaam laten
vollopen, zodat er geen lucht meer in zit.
• De slang vastschroeven aan de waterkraan; de kraan een
beetje opendraaien.
• Alle ontluchtingspunten in de installatie openen (vraag de
installateur waar deze zitten).
• Nu pas de vul-aftapkraan openen (de sleutel een kwartslag
draaien (fig. 4.2)), de e.V.-installatie loopt nu langzaam vol.
Dit niet versnellen door de waterkraan verder open te
draaien. Als een installatie te snel volloopt, is deze moeilijk
te ontluchten.
• De ontluchtingspunten waar water uit komt sluiten.
• De vul-aftapkraan sluiten (fig. 4.3) zodra de drukmeter (fig.
1.4 en 2) de juiste druk aangeeft. De onderste wijzer moet
dan op
±
2 bar staan in koude toestand.
• De waterkraan dichtdraaien.
• Slangpilaar met vulslang (fig. 4.1) van de vul-aftapkraan
draaien en de afdichtdop (fig. 4.4) weer monteren.
• Na het vullen de installatie opstoken tot alle radiatoren warm
zijn, dan de kamerthermostaat laag zetten en de stekker uit
het stopkontakt halen.
• Even wachten tot alle lucht, die eventueel in de radiatoren
en installatie zit, zich kan verzamelen op de hoogste
punten.
• Nu de gehele installatie ontluchten. Met het ontluchtings-
sleuteltje het ontluchtingskraantje
V2
à 1 slag openen (fig.
5). Weer dichtdraaien als er water uitkomt.
• Kontroleer, ná het ontluchten, de waterdruk in de installatie.
Indien de druk nog te laag is, water bijvullen ..
• De stekker weer in het stopkontakt steken.
Indien er nog pomp- of leidinggeruis is te horen, nogmaals
ontluchten.
• Vooral de eerste weken na het vullen zal de installatie
meerdere malen ontlucht moeten worden.
Aftappen:
Wanneer de installatie afgetapt moet worden, eerst de
elektriciteit uitschakelen en de waakvlam doven
(aansteekknop op het gasblok (fig. 1.2 en 3) rechtsom
draaien).
De ketel is af te tappen via de vul-aftapkraan. Voor het
aftappen van de volledige installatie dient (indien de ketel niet
op het laagste punt is geplaatst) op het laagste punt van de
installatie eveneens een aftappunt te zijn aangebracht.
Bij kans op bevriezing, zowel de ketel als de installatie
aftappen.
Storingen:Voor u de installateur belt, kunt u de volgende
zaken zelf kontroleren:
• Zit de stekker in het stop kontakt.
• Is de gaskraan geopend.
• Staat de kamerthermostaat hoog genoeg.
• Staat de ketelthermostaat hoog genoeg.
• Zijn de radiatoren geopend.
• Is er genoeg water in de installatie.
• Is de installatie voldoende ontlucht.
• Is de zekering defect: de toestel- en reserve-zekering
bevinden zich in het bovenste (220 V) gedeelte van de trafo
(fig. 1.6 en 6).
De rechter zekering is de in het circuit opgenomen
zekering, de linker is de reserve (fig. 6.1).
Fig. 6
DE ZEKERING ZIT IN HET 220 V-CIRCUIT, DUS DE
ELEKTRICITEIT UITSCHAKELEN.
Niet vergeten een nieuwe reserve-zekering te kopen
(63 mAT).
Onderhoud:
Regelmatige kontrole en onderhoud verhogen de levensduur
en bedrijfszekerheid van het apparaat. Laat één maal per jaar,
bij voorkeur vóór het stookseizoen, een kontrolebeurt aan uw
ketel uitvoeren en de schoorsteen vegen.
awb'
WIJZIGINGEN
VOORBEHOUDEN
y
DICHT ~
OPEN
Fig. 5
4.2
'{~~
'hTf!J) ~_
4.1
\f4.4
@\
Fig. 4
Apparatenfabriek
Warmtebouw
BV
gebrand op rendement
Beekerhelde
1.
~~~;b~: 7Beek en Donk
I
5740 AA Beek en Donk
1"010000<929·6'" I •
11
T,b51567 •• 691
.11