Afdrukfuncties
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
4
Klik op OK.
5
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
13
Uw apparaat instellen als standaardprinter
Voor Windows XP Service Pack 3/Server 2003 selecteert u vanuit
1
het Start de optie Printers en Faxapparaten.
•Voor Windows Server 2008/Vista selecteert u vanuit het Start-
menu Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•Voor Windows 7 selecteert u vanuit het Start-menu
Configuratiescherm > Apparaten en Printers.
Voor Windows 8 selecteert u vanuit de
Charms(charms)Zoeken > Instellingen >
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
•In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
•Voor Windows 10/Windows Server 2016
Typ in de taakbalk Apparaten en Printers in het invoergebied
Zoeken. Druk op de Enter-toets.
OF
Selecteer vanuit het Start-pictogram (
Apparaten > Printers en scanners >Apparaten en Printers.
Klik met de rechtermuisknop op het Start-pictogram (
Configuratiescherm > Apparaten en Printers.
Selecteer uw apparaat.
2
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
3
standaard instellen.
Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7 of Windows
Server 2008 R2 het teken ► staat, kunt u andere
printerstuurprogramma's selecteren die met de geselecteerde printer
verbonden zijn.
) Instellingen >
) en selecteer
236
4. Speciale functies