1
Schakel de computer uit. Houd zo nodig de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer wordt
uitgeschakeld.
2
Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve het toetsenbord en de muis.
3
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
4
Zodra het eerste scherm met het bedrijfslogo wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de F11-
toets op het toetsenbord totdat het bericht Bestanden worden geladen op het scherm verschijnt.
5
Onder Ik heb meteen hulp nodig tikt u op Systeemherstel.
6
Als u wordt gevraagd een back-up te maken van uw bestanden en u dit nog niet hebt gedaan,
selecteert u de knop Eerst een backup maken van uw bestanden (aanbevolen) en klikt u
vervolgens op Volgende. Anders selecteert u Herstellen zonder back-up van uw bestanden
te maken en tikt u vervolgens op Volgende.
Het systeemherstel wordt gestart. Nadat het systeemherstel is voltooid, tikt u op Voltooien om de
computer opnieuw op te starten.
7
Voer het registratieproces uit en wacht totdat u het bureaublad ziet.
8
Schakel de computer uit, sluit alle randapparaten weer aan en schakel de computer weer in.
Systeemherstel starten vanaf door de gebruiker
gemaakte herstelschijven
In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het uitvoeren van een systeemherstel vanaf de
herstelschijven die u hebt gemaakt op de manier die wordt beschreven in "Herstelschijven maken" op
pagina 60.
LET OP: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u na de aanschaf
hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak daarom een back-up op een verwijderbare schijf van alle gegevens
die u wilt bewaren.
U voert als volgt een systeemherstel uit met herstelschijven:
1
Als de computer werkt, maakt u een back-up op dvd van alle gegevensbestanden die u wilt bewaren.
Wanneer u klaar bent, verwijdert u de back-upschijf uit de lade.
VOORZICHTIG: Alle gegevens op de harde schijf worden verwijderd. Alle gegevens waarvan u
geen back up hebt gemaakt, gaan verloren.
2
Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve het toetsenbord en de muis.
3
Plaats herstelschijf 1 in het dvd-station en sluit de lade.
4
Als de computer werkt, klikt u op de knop Start, vervolgens op de Pijlknop naast Afsluiten en
daarna op Afsluiten.
Of
Als de computer niet reageert, houdt u de Aan toets gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt, of
totdat de computer uitschakelt.
5
Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve de monitor, het toetsenbord en de muis.
6
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
Als u wordt gevraagd om te kiezen tussen Systeemherstel uitvoeren van schijf of harde schijf, selecteert
u Programma uitvoeren van schijf en klikt u op Volgende.
62
Gebruikershandleiding (Functies kunnen per model verschillen)