V-AMPIRE LX1200H/LX210
3.2.2 LX210
U kunt de twee luidspreker outputs op een extern stereo
luidspreker arrangement aansluiten bijv. onze BG412S. In deze
configuratie levert de V-AMPIRE ook 2 x 60 W in 8 Ω per zijde
(afb. 3.3).
Afb. 3.3: Gebruik met externe 2 x 8 Ω stereo box
Alternatief kan er slechts één 8 Ω luidspreker op de rechter- of
linkerluidspreker output worden aangesloten. Dit vormt ook een
stereoconfiguratie, omdat alleen de overeenkomstige interne
luidspreker gedempt is en de andere nog altijd actief is.
4. PRESETS
De V-AMPIRE beschikt over 125 overschrijfbare presets, die
over 25 banken zijn verdeeld. Er zijn dus vijf presets per bank.
Elke preset bestaat uit maximaal vijf "ingrediënten":
de simulatie van een versterker (incl. GAIN-, EQ- en
VOLUME-instellingen),
de luidsprekersimulatie,
een "pre-amp"-effect (bijv. noise gate, compressor, auto
wah, wah wah),
een "post-amp"-multi-effect (bijv. delay-, modulatie-effect
of een combinatie hiervan) en
een galmeffect.
Een overzicht over alle presets krijgt u bij deze
gebruiksaanwijzing geleverd.
4.1 Het oproepen van presets
Schakelt u het appraat in, dan wordt automatisch de laatst
gebruikte preset geladen. In het volgende voorbeeld was als
laatste Preset D in bank 25 geselecteerd:
Afb. 4.1: Oproepen van presets
8
In dit geval kunt u door het indrukken van de toetsen A, B, C of
E een andere preset van dezelfde bank oproepen. Via de
cursortoetsen (BANK UP en BANK DOWN) bestaat de mogelijkheid
van bank te wisselen. Het display van de V-AMPIRE laat steeds
zien, welke bank er geselecteerd is. De preset wordt na het
wisselen van bank, pas door het indrukken van één van de
toetsen A - E opgeroepen. Aan de hand van de oplichtende
toets-LED kunt u aflezen, welke preset van de desbetreffende
bank net actief is.
4.2 Het editeren van presets
Het editeren van presets gaat met de V-AMPIRE snel en
gemakkelijk. Eén mogelijkheid zou bijvoorbeeld kunnen zijn, een
preset naar wens op te roepen, om deze naar uw smaak te
veranderen. Selecteer dan een willekeurig Amp-model door
gebruik te maken van de AMPS-nonstopdraaiknop. De LED van
de preset-toets knippert (bijv. D) en geeft zo aan, dat u deze
preset heeft veranderd.
Verander nu geheel naar uw eigen ideeën de instellingen van
de regelaars VOLUME, BASS, MID, TREBLE en GAIN. Als u het
gewenste effect selecteert, kunt u met de EFFECTS-regelaar
het aandeel hiervan aan het totale geluid instellen. Daarna wisselt
u door het gelijktijdig indrukken van de cursortoetsen naar de
EDIT-modus. Als u met behulp van de toetsen B - E de DRIVE-,
CABINETS-, REVERB- en NOISE GATE-functie activeert en deze
dan met de cursortoetsen bewerkt, wordt de waarde van de
desbetreffende parameter in het display weergegeven. Door
het kort indrukken van de TUNER-toets verlaat u de EDIT-modus
weer.
Als u bij ingedrukte TAP-toets de TREBLE-regelaar bedient,
kunt u een extra filter in het bovenste frequentiebereik verhogen
of verlagen (PRESENCE). Hiermee simuleert u de
frequentieafhankelijke tegenkoppeling van buisversterkers.
Behalve bij Compessor en Auto-wah hebben alle
multi-effecten een tempo- of tijd-parameter. Laten
we aannemen, dat u het desbetreffende effect op
de snelheid van uw playback wilt instellen: Type
hiervoor twee keer in de maat op de TAP-toets en
het tempo van het effect past zich vanzelf aan het
tempo van uw muziekstuk aan.
4.3 Het opslaan van presets
Voor het opslaan van de bewerking houdt u de betreffende
preset-toets ca. twee seconden lang ingedrukt, en de preset
wordt overschreven (de toets-LED licht weer constant op).
U hoeft uw bewerking natuurlijk niet perse op de
plek van de oorspronkelijk gekozen preset op te
slaan. Dient er een andere opslagplek te worden
gekozen, dan kan door het indrukken van de
cursortoetsen (BANK UP en BANK DOWN) een
geschikte
preset-bank
Daarna kunt u uw veranderingen door het ca. twee
seconden ingedrukt houden van de gewenste
preset-toets opslaan. Zo is het bijv. mogelijk, een
oorspronkelijk uit bank vijf en opslagplek D gekozen
preset te bewerken en daarna in bank 6 en
opslagplek A op te slaan.
4.4 Ongedaan maken van een bewerking/
herstellen van één enkele fabrieks-preset
Mocht u veranderingen in een preset hebben doorgevoerd en
vaststellen, dat de bewerking u niet bevalt, dan kunt u deze
vanzelfsprekend verwijderen. Laten we aannemen, u heeft
preset C gekozen en bewerkt (de toets-LED knippert), maar wilt
toch naar de eerder opgeslagen configuratie terugkeren:
Selecteer eenvoudig even een andere preset. Wanneer u de
bewerkte preset nu weer oproept, zijn de tijdelijke veranderingen
verwijderd. Wanneer u echter na de bewerking beide
4. PRESETS
worden
geselecteerd.