Indicaties
Algemene klinische indicaties voor het gebruik van
hoortoestellen en de tinnitusfunctie zijn:
Als er sprake is van gehoorverlies
•
Uni- of bilateraal
•
Conductief, sensorineuraal of beide
•
Matig tot ernstig
•
Aanwezigheid van chronische tinnitus
•
(alleen van toepassing op toestellen met
de tinnitusfunctie).
Contra-indicaties
Algemene klinische contra-indicaties voor het
gebruik van hoortoestellen en tinnitussoftware zijn:
Gehoorverlies valt niet binnen het
•
aanpasbereik van het hoortoestel (d.w.z.
versterking, frequentierespons)
Acute tinnitus
•
Misvorming van het oor (d.w.z. gesloten
•
gehoorgang; afwezigheid van de oorschelp)
Neuraal gehoorverlies (retrocochleaire
•
pathologieën zoals afwezigheid/niet-
functioneren van de gehoorzenuw)
44
De primaire criteria voor de verwijzing van een
patiënt voor een (medisch) specialistisch oordeel
en/of behandeling zijn als volgt:
Zichtbare aangeboren of traumatische
•
misvorming van het oor.
Geschiedenis van actieve drainage van het oor
•
in de afgelopen 90 dagen.
Geschiedenis van plotseling of snel progressief
•
gehoorverlies in één of beide oren in de
afgelopen 90 dagen.
Acute of chronische duizeligheid.
•
Audiometrische lucht-botspleet gelijk aan of
•
groter dan 15 dB bij 500 Hz, 1000 Hz en 2000 Hz.
Zichtbaar bewijs van een significante
•
accumulatie van cerumen of een vreemd
voorwerp in de gehoorgang.
Pijn of ongemak in het oor.
•
Abnormaal uiterlijk van het trommelvlies en de
•
gehoorgang, zoals:
- ontsteking van de uitwendige gehoorgang;
- geperforeerd trommelvlies;
- andere afwijkingen die volgens de
hoorspecialist mogelijk van medisch belang zijn.
45