Via een externe aansluiting voor de verbrandingsluchttoevoer
Als de pelletkachel Mellino H
O moet worden voorzien van een aparte leiding
2
voor de verbrandingsluchttoevoer, dan moet deze worden aangesloten op de
verbrandingsluchtaansluiting (Ø 100 mm) op de achterwand (zie „1.5. Afme-
tingen"). Bij de aansluiting van de verbrandingsluchtpijp wordt een deel van
de verbrandingslucht toegevoerd van buiten of vanuit andere ruimten. Om
voldoende luchttoevoer te garanderen, moet de verbrandingsluchttoevoer
zo kort mogelijk en indien mogelijk zonder bochten worden uitgevoerd. Plan
voldoende controleopeningen voor reinigingswerkzaamheden.
De verbrandingsluchtopeningen en -leidingen mogen niet worden afgeslo-
ten of geblokkeerd, wanneer niet door specifieke veiligheidsinrichtingen is
gegarandeerd dat de stookplaats alleen gesloten gebruikt kan worden.
De diameter mag niet worden verkleind door een sluiting of een rooster.
Indien de buis voor de verbrandingslucht uit het gebouw moet worden
geleid, dan moet deze worden voorzien van een afsluitinrichting. Daarbij
moet de stand van de afsluitinrichting van buitenaf herkenbaar zijn.
Conform de voorschriften moeten verbrandingsluchttoevoerleidingen in
gebouwen met meer dan twee volledige verdiepingen die brandwanden
overbruggen, zo worden gemaakt, dat vuur en rook niet naar andere ver-
diepingen of brandsecties kunnen worden overgedragen. Neem nationale en
plaatselijke bepalingen voor brandbeveiliging in acht.
Opmerking: de externe aansluiting voor de verbrandingsluchttoevoer is niet
onafhankelijk van de lucht in de kamer.
2.5 A ANSLUITING A AN WATERZIJDE
De montage van de watertransporterende componenten, de benodigde
veiligheidsvoorzieningen, enz. moet worden uitgevoerd door een gespe-
cialiseerd bedrijf. De Mellino H
O moet zo worden gemonteerd dat alle
2
watertransporterende componenten op ieder moment toegankelijk en con-
troleerbaar zijn.
De aansluitingen van de Mellino H
of de onderzijde van het toestel worden uitgevoerd.
Voor transportdoeleinden moeten de aansluitingen van beschermkappen
worden voorzien. Deze moeten bij de montage worden verwijderd. Bij leve-
ring is installatie aan de achterzijde van het toestel voorzien.
De aansluitingen zijn duidelijk gelabeld en mogen niet op andere wijze
worden gebruikt! Het wordt sterk aanbevolen dat flexibele aansluitleidingen
worden gebruikt voor de aansluiting, omdat de stookplaats voor onder-
houdswerkzaamheden bewogen moet kunnen worden.
Let op: de Mellino H
O mag alleen na uitvoerige planning van de volledige
2
verwarmingsinstallatie volgens de technische regels en de veiligheidstech-
nische normen worden gemonteerd in een totaalinstallatie. De correcte
dimensionering van de te gebruiken pompen, armaturen, pijpleiding, buffer-
vat en de veiligheidstechnische componenten is de verantwoordelijkheid van
het ontwerpbureau resp. het uitvoerende installatiebedrijf.
Wij bevelen voor koperen verwarmingsleidingen een minimale nominale
diameter aan van 22x1,0 mm of voor stalen leidingen 3/4". De dimensi-
onering van de leidingen moet echter door de gespecialiseerde firma met
inachtneming van de plaatselijke situatie worden uitgevoerd. Het wordt
sterk aanbevolen dat flexibele aansluitleidingen worden gebruikt voor de
aansluiting, omdat de stookplaats voor onderhoudswerkzaamheden bewo-
gen moet kunnen worden.
NL 9
O kunnen naar keuze aan de achterzijde
2
NL