Procedure:
Reinig de kernboorinstallatie om stof en vuil te verwijderen.
Gebruik een vochtige doek gedoopt in water vermengd met een mild
schoonmaakmiddel.
Droog de kernboor volledig of laat hem drogen.
Controleer de werking van de beveiliging van de toevoerslede op de gelei-
derstandaard.
Zie hoofdstuk 5.4 "Zet de slede vast op de geleidersteun".
Als de transporteur is vergrendeld, mag de transporteur niet wor-
den verplaatst met de transporteurhendel!
Dit zou de beveiliging en het rek op de geleiderstandaard bescha-
digen.
Controleer de speling van de toevoerslede op de geleiderstandaard:
Ontgrendel hiervoor de vergrendeling van de toevoerwagen.
Als de toevoerslede speling heeft op de geleiderstandaard, stel dan de vier
verstelbare rollen na elkaar af:
Borg de excenteras (item 57 in de onderdelentekening) tegen ver-
draaien met een inbussleutel.
Draai de zeskantige moer (item 54 in de onderdelentekening) van de
verstelbare rol vast door deze rechtsom te draaien.
Het verstelbare wiel rust weer tegen het loopvlak van de staander.
Controleer vervolgens opnieuw de speling van de toevoerslede op de ge-
leiderstandaard.
Als de speling van de toevoerslede niet voldoende kan worden verminderd
door de verstelbare rollen af te stellen, moeten de vier rollen worden ver-
vangen.
Controleer of alle schroeven en moeren van de kernboorinstallatie vastzit-
ten. Draai de schroeven en moeren indien nodig vaster aan.
Breng een dun laagje waterbestendig vet aan op het rek van de geleider-
standaard.
32
Gebruiksaanwijzing
Kernboormachine KBS-252/M-PRO
BA-01-000004-01-NL
2024-05-21