Alle beschikbare instellingen worden aangegeven in onderstaande tabel, in de volgorde waarin ze verschijnen wanneer u door
het menu bladert, samen met een basisbeschrijving van elke instelling. Voor de volledige beschrijving van zonneladerinstellingen
raadpleeg de zonnelader handleiding.
Mogelijk zijn niet alle instellingen die worden genoemd in onderstaande tabel beschikbaar wanneer u verbinding maakt met
sommige modellen zonneladers. De zonnelader heeft wellicht niet de benodigde hardware. Bijvoorbeeld: niet alle zonneladers
zijn uitgerust met een belastinguitgang.
Sommige instellingen ontbreken mogelijk in het instellingenmenu. Op het MPPT Control beeldscherm kunnen alleen de meest
voorkomende instellingen worden gewijzigd. Geavanceerdere instellingen zoals TX- en RX-poortinstellingen zijn niet toegankelijk
via het MPPT Control beeldscherm. Om deze instellingen te configureren gebruik de
van 60 A of meer, gebruik een
SmartSolar Control
Nummer
Naam
01
LOCK SETUP
02
BATTERY VOLTAGE
03
BATTERY TYPE
04
MAXIMUM CURRENT
05
BULK TIME LIMIT
06
ABSORPTION TIME LIMIT
07
ABSORPTION VOLTAGE
08
FLOAT VOLTAGE
09
TEMP COMPENSATION
10
LOAD OUTPUT
11
LOAD SWITCH HIGH
Pagina 11
MPPT Control beeldscherm handleiding
MPPT Control-instellingen navigatiekaart
beeldscherm.
Wanneer dit op AAN staat, kunnen geen van de andere instellingen
worden gewijzigd. Wanneer een poging wordt ondernomen om een
instellingen te wijzigen zal het woord "LOCK" (vergrendeld) samen met
de ingestelde waarde worden getoond.
Stel in op UIT om te ontgrendelen, zodat andere instellingen gewijzigd
kunnen worden.
Het systeem accuvoltage: kies tussen een voltage-instelling of AUTO.
Wanneer ingesteld op automatisch (AUTO), zal een A worden getoond
voor de voltage-instelling.
Het laadalgoritme voor een specifiek accutype: ingesteld op VAST of
USER (gebruiker).
Wanneer ingesteld op VAST zal de draaiknop op de zonnelader het
accutype bepalen.
Wanneer ingesteld op USER (gebruiker) kunnen alle gerelateerde
instellingen worden bewerkt.
Zodra een van de aan laden gerelateerde instellingen worden veranderd
zal deze instelling automatisch op USER (gebruiker) worden gezet.
De maximale laadstroom.
De maximale tijd die de bulk laadstatus mag duren.
De maximale tijd die de absorptie laadstatus mag duren.
Het accuvoltage waarop de zonnelader schakelt van de bulk naar de
absorptie laadstatus.
Het accuvoltage waarop de zonnelader schakelt van de absorptie naar
de float laadstatus.
De temperatuurcompensatiecoëfficiënt in mV / °C voor de hele
accubank (niet per individuele accu).
De belastinguitgang bedrijfsmodus. Mogelijke waardes: OFF, AUTO (=
BatteryLife), ALT1, ALT2, ON, USER1, USER2
Het hoge voltageniveau wanneer BELASTINGUITGANG is ingesteld op
USER1 (gebruiker1) of USER2 (gebruiker2)
VictronConnect-app
of, voor zonneladers
Instelling
Bediening