in acht worden genomen. Om elek-
trische schokken aan het apparaat te
voorkomen, dient u de netspanning te
onderbreken. Het niet in acht nemen
van de installatie-instructies kan lei-
den tot brand of andere gevaren.
De montage moet worden uitgevoerd
in overeenstemming met de geldende
voorschriften. Het niet naleven van
de specificaties kan leiden tot schade
aan eigendommen en/of persoonlijk
letsel of zelfs de dood.
Let ook op eventuele aanvullende
aanwijzingen op het product.
De camera heeft een voeding nodig
van 230 volt wisselstroom via een
drieaderige kabel (fasedraad, nullei-
ding, aarddraad).
Let bij het aansluiten op de apparaat-
klemmen op de hiervoor toegestane
kabels en kabeldoorsneden.
De camera moet op een hoogte van
2,0 tot 2,5 m boven de grond aan de
muur worden gemonteerd.
De camera moet gericht zijn op de
zone die primair moet worden be-
waakt.
De camera moet worden gemonteerd
met de lens naar beneden.
De stroomkring waarop het apparaat
en de belasting worden aangesloten,
moet worden beveiligd met een in-
stallatieautomaat volgens EN60898-1
(uitschakelkarakteristiek B of C, max.
16 A nominale stroom, min. 6 kA uit-
schakelvermogen, energiebegren-
zingsklasse 3). De installatievoor-
schriften volgens VDE 0100, HD384
of IEC 60364 moeten in acht wor-
den genomen. De installatieautomaat
moet gemakkelijk toegankelijk zijn
voor de gebruiker en gemarkeerd zijn
als scheidingsinrichting voor het ap-
paraat.
Let bij de keuze van de montageloca-
tie en het boren op het verloop van
elektrische leidingen of bestaande
toevoerleidingen.
Het apparaat mag alleen worden ge-
bruikt voor vaste installaties en moet
veilig worden bevestigd binnen een
vaste installatie.
Gebruik bij de montage geschikte lad-
ders of trapjes met voldoende beveili-
ging.
Voordat u begint: schakel altijd de ze-
kering van het circuit uit!