Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Redundant Array Of Independent Disks (Raid); Vermogen - Dell OptiPlex Tower 7020 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 13. Storage-matrix (vervolg)
Storage
Eén M.2 2230/2280 SSD
+
Eén M.2 2230/2280 SSD (via PCIe-uitbreidingskaart)
+
Eén 3,5 inch harde schijf

Redundant Array of Independent Disks (RAID)

Voor optimale prestaties wanneer u stations configureert als een RAID-volume, raadt Dell Technologies modellen aan die identiek zijn.
OPMERKING:
RAID wordt niet ondersteund op Intel Optane configuraties.
RAID 0-volumes (Striped, Prestaties) halen voordeel uit hogere prestaties wanneer schijven worden gecombineerd, omdat de data worden
verdeeld over meerdere stations: eventuele I/O-bewerkingen met blockgroottes groter dan de stripe-grootte zullen de I/O opsplitsen
en worden zo beperkt door het traagste station. Voor RAID 0 I/O-bewerkingen waar blockgroottes kleiner zijn dan de stripe-grootte,
zorgt de schijf dat de I/O-operatiedoelstelling ook de prestaties bepaalt en dat zorgt voor variabiliteit en resulteert in inconsistente
latentieproblemen. Deze variabiliteit is bijzonder uitgesproken voor schrijfbewerkingen en het kan problematisch zijn voor applicaties die
latentiegevoelig zijn. Een voorbeeld hiervan is een applicatie die duizenden willekeurige schrijfacties per seconde uitvoert in zeer kleine
blockgroottes.
RAID 1-volumes (Gespiegeld, Databescherming) halen voordeel uit hogere prestaties wanneer stations worden gecombineerd, omdat de
data worden gespiegeld op meerdere stations: alle I/O-bewerkingen moeten identiek worden uitgevoerd op de beide stations, dus variaties
in stationprestaties wanneer de modellen niet identiek aan elkaar zijn, zorgen ervoor dat de I/O-bewerkingen zo snel worden uitgevoerd
als het traagste station. Hoewel dit geen invloed heeft op het variabele latentieprobleem in kleine willekeurige I/O-bewerkingen, zoals met
RAID 0 tussen heterogene stations, is de impact niettemin groot omdat de hoger presterende stations worden beperkt in alle I/O-soorten.
Een van de ergste voorbeelden van beperkte prestaties is hier bij het gebruik van ongebufferd I/O. Om ervoor te zorgen dat schrijfacties
volledig zijn toegewijd aan niet-vluchtige gebieden van het RAID-volume, omzeilt het ongebufferde I/O de cache (bijvoorbeeld door middel
van de Force Unit Access-bit in het NVMe-protocol) en zal de I/O-bewerking niet voltooid worden totdat alle schijven in het RAID-volume
het verzoek hebben voltooid om de data vast te leggen. Dit soort I/O-bewerking ontkracht elk voordeel van een hoger presterend station
in het volume.
Er moet voor worden gezorgd dat niet alleen de leverancier van het station, de capaciteit en klasse, maar ook het specifieke
model overeenkomen. Stations van dezelfde leverancier, met dezelfde capaciteit en zelfs binnen dezelfde klasse, kunnen verschillende
prestatiekenmerken hebben voor bepaalde I/O-bewerkingen. Modellen goed op elkaar afstemmen zorgt ervoor dat de RAID-volumes
bestaan uit een homogene array van schijven die alle voordelen van een RAID-volume hebben, zonder de extra nadelen als een of
meerdere stations in het volume lager presteren.

Vermogen

De volgende tabel bevat de voedingsspecificaties van de OptiPlex Tower 7020.
Tabel 14. Vermogen 
Omschrijving
Type
Ingangsspanning
Ingangsfrequentie
Ingangsstroom (maximum)
22
Specificaties van de OptiPlex Tower 7020
Sleuf
SSD0 (primaire
M.2 PCIe voor
opstartfunctie)
Ja
Optie één
180 W interne voedingseenheid (PSU), 85%
efficiënt, 80 Plus Bronze
90 VAC tot 264 VAC
47 Hz tot en met 63 Hz
3 A
SLOT3 (PCIe x16-slot)
Ja
Optie twee
300 W interne voedingseenheid (PSU),
92% efficiënt, 80 Plus Platinum
90 VAC tot 264 VAC
47 Hz tot en met 63 Hz
4,20 A
SATA0
Ja

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

D32mD32m004

Inhoudsopgave