Beweegt de snijwagen niet zoals anders en hoort u
eventueel een vreemd geluid?
Verwijder alle materiaalresten en eventueel stof van
de wagenstang en smeer deze laatste. Zie "Smeren
van de wagenstang" op blz. 27.
Het materiaal verschuift tijdens het uitsnijden.
Is het materiaal langer dan 500mm?
Materiaal met een lengte van meer dan 500mm kan
inderdaad verschuiven. Voer het dan opnieuw in of
gebruik korter materiaal.
Is het materiaal eventueel te kort?
Kort en bijzonder zacht materiaal kan tijdens het uit-
voeren van een snijopdracht verschuiven. Gebruik
dan een ander materiaaltype of een langer vel.
Lopen de materiaalranden parallel met elkaar?
Als de materiaalranden schuin zijn, moet u ze recht
afsnijden om te zorgen dat ze parallel met de hulplij-
nen lopen.
Werd het materiaaltransport belemmerd?
Gebruik altijd materiaal met een ondersteunde
breedte. Het materiaal mag tijdens het transport
geen enkele partij van het apparaat raken. Dat kan
namelijk leiden tot transportfouten, wat op zijn
beurt het materiaal kan beschadigen.
Is het materiaal vervormd en begint het te golven?
Zoiets kan het materiaaltransport belemmeren en
ervoor zorgen dat het materiaal verschuift. Verwij-
der het geplooide of golvende materiaalgedeelte en
laad het materiaal opnieuw.
Wat doen, als de driver niet kan worden
geïnstalleerd?
Als de installatie halverwege stopt c.q. als de wizard
na het aansluiten van de USB-kabel niet verschijnt,
moet u het volgende doen.
A Als de "Wizard Nieuwe hardware gevonden" ver-
schijnt, moet u op [Voltooien] klikken om hem weer
te sluiten.
B Roep de "Systeemeigenschappen" op.
Windows XP
Klik op de [Start]-button en vervolgens met de rechter
muisknop op [Deze computer]. Klik op
[Eigenschappen].
Windows 2000
Kik met de rechter muisknop op [Deze computer] (op
het bureaublad). Klik op [Eigenschappen].
Handleiding Vervangen van gebruiksgoederen
C Klik op de "Hardware"-tab en vervolgens op
[Apparaatbeheer].
Nu verschijnt het "Apparaatbeheer"-venster. Wis
het icoontje van de modelbenaming (of het "Onbe-
kende apparaat").
D Klik in het "Weergave"-menu op [Verborgen appara-
ten weergeven].
E Zoek de "Printer"- of "Andere apparaten"-map en
dubbelklik erop.
F Klik op het icoontje van de modelbenaming (of het
"Onbekende apparaat").
G Kies, onder [Handeling], de [Installatie ongedaan ma-
ken]-optie.
Het display beeldt nu de volgende boodschap af.
H Klik op [OK].
I Sluit het "Apparaatbeheer"-venster weer en klik op
[OK].
J Verbreek de USB-verbinding met de computer.
K Herstart Windows. Zie daarvoor "Verwijderen van de
driver".
L Installeer de driver opnieuw. Zie "Driver installeren"
op blz. 11.
31