3. Klik op de knop [test] om te zien of u met succes kunt verbinden met de NAS.
Als het succes bericht wordt weergegeven, betekent dit dat u gegevens met succes kunt opslaan
`
J
in de NAS.
Als het mislukt bericht wordt weergegeven, controleert u het volgende.
`
-
Controleer of het IP-adres van de NAS geldig is.
-
Controleer of de ID en het wachtwoord van de NAS geldig zijn.
-
Controleer of u toegang heeft tot de map die is toegewezen als de basismap met behulp van
de ID van de NAS.
-
Controleer of de items SMB/CIFS in de NAS uitgeschakeld zijn.
-
Controleer of het NAS-IP-adres en het camera IP-adres dezelfde indeling hebben.
Bijv.) De NAS & camera subnetmasker beginwaarde is 255.255.255.0.
Als het IP-adres 192.168.20.32 is dan moet het NAS-IP-adres in het bereik van
192.168.20.1~192.168.20.255 zijn ingesteld.
-
Controleer of u probeert te benaderen als een andere gebruiker zonder de basismap te
formatteren die is opgeslagen of gebruikt.
-
Controleer of u aanbevolen NAS-apparatuur gebruikt.
4. Nadat de instellingen zijn uitgevoerd, stelt u het NAS-apparaat in op <aan>.
5. Klik op de knop [toepassen (
6. Meld u aan bij de NAS en controleer de <vrije ruimte> en <totale grootte>.
U kunt de standaardmap formatteren die is gespecificeerd in de NAS-
verbindingsinstelling door te klikken op de knop <Formaat>.
Aangezien gegevens wellicht niet worden opgeslagen na een tijdelijke netwerkonderbreking bij het
`
gebruik van NAS, wordt het aanbevolen om tegelijkertijd SD te gebruiken om verlies van opgenomen
afbeeldingen te voorkomen.
Het dataverkeer zal toenemen wanneer de camera is ingesteld op een hogere resolutie, hogere
`
bitsnelheid en/of hogere framerate.
Als er teveel gegevensverkeer is, kunnen sommige frames worden overgeslagen, hoewel deze wel
opgeslagen worden in een full-frame.
Wanneer een frame wordt overgeslagen, worden de afbeeldingen opgeslagen met een snelheid van
`
min. één afbeelding per sec.
)].
Nederlands _109