Qos
U kunt de prioriteit aangeven om voor een stabiele overdrachtssnelheid voor een specifieke
IP te zorgen.
1. Selecteer in het menu Instellen het
<network (
)> tabblad.
2. Klik op <Qos>.
3. Klik op de [toevoegen (
De IP-lijst wordt aangemaakt.
4. Voer een IP-adres in waarop QoS van
toepassing moet zijn.
Het standaardvoorvoegsel voor IPv4 is 32;
`
M
voor DSCP is 63 de standaard.
Uitsluitend de IP-adressen die ingesteld zijn
`
in <Gebruiken> kunnen prioriteit krijgen.
5. Selecteer de IP die u wilt verwijderen in de lijst.
Klik op de knop [Wissen (
6. Klik wanneer u klaar bent op [toepassen (
snMP
Met de SNMP-protocollen kan de systeem- of netwerkbeheerder de netwerkapparaten op
afstand bewaken en de omgevingsinstellingen configureren.
1. Selecteer in het menu Instellen het
<network (
)> tabblad.
2. Klik op <snMP>.
3. Geef de <snMP> aan.
• SNMP v1 inschakelen: SNMP versie
1 zal actief zijn.
• SNMP v2c inschakelen: SNMP versie
2 zal actief zijn.
- Gemeenschap lezen: Geef de naam
van de gemeenschap lezen aan
waar u toegang krijgt tot de SNMP-
informatie.
De standaardnaam is <public>.
- Gemeenschap schrijven: Geef de naam van de gemeenschap schrijven aan waar u
toegang krijgt tot de SNMP-informatie. De standaardnaam is <write>.
)] knop.
)].
)].
Nederlands _101