Gebruikershandleiding
Let op:
!
Pas bij het openen en sluiten van de scannereenheid op dat uw hand of vingers niet klem komen te zitten. Anders
kunt u uzelf verwonden.
Belangrijk:
c
❏ Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
❏ Laat de cartridges zitten. Als u de cartridges verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor afdrukken niet
meer mogelijk is.
P
1. Druk op
om de printer uit te zetten.
2. Controleer of het aan-uitlampje dooft en trek de stekker uit het stopcontact.
Belangrijk:
c
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan-uitlampje gedoofd is. Anders keert de printkop mogelijk niet
terug naar de uitgangspositie, waardoor de inkt uitdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
3. Maak alle kabels, zoals het netsnoer en de USB-kabel, los.
4. Zorg ervoor dat er geen geheugenkaart is geplaatst.
5. Haal al het papier uit de printer.
6. Zorg ervoor dat de printer geen originelen bevat.
7. Open de scannereenheid met het documentdeksel gesloten. Zet de cartridgehouder met tape vast aan de
behuizing.
8. Sluit de scannereenheid.
Bijlage
157