2. GEBRUIKS- EN BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
2.1. Algemeen
• De wettelijke bepalingen, geregeld in de Arbowet 1998, zijn van toepassing bij het gebruik
van de hoogwerker. Iedere werkgever/eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor de nale-
ving hiervan.
• Het werken met de hoogwerker dient altijd met de nodige voorzorg te geschieden. Het is in
het belang van de veiligheid om iedere gebruiker van de hoogwerker een gebruikersoplei-
ding te geven en een kopie van de bedienings- en onderhoudsvoorschriften ter beschikking
te stellen. De opleiding moet door of namens de werkgever/eigenaar gegeven worden. Elke
gebruiker dient deze bedieningsvoorschriften te kennen en de aanwijzingen op te volgen,
voordat met de werkzaamheden begonnen kan worden.
• Voor het goed en veilig functioneren van de hoogwerker dient dagelijks, of voordat met de
werkzaamheden begonnen kan worden, de deugdelijkheid van de hoogwerker door de ge-
bruiker te worden gecontroleerd. Eindschakelaars en veiligheidsrelevante onderdelen die-
nen altijd functioneel, vuil-, sneeuw- en ijsvrij gehouden te worden.
• Voor het gebruik en onderhoud van de hoogwerker dienen de aanwijzingen in deze bedie-
nings- en onderhoudsvoorschriften opgevolgd te worden.
• Een storing of defect aan de hoogwerker dient direct te worden gemeld en worden hersteld
voordat de hoogwerker verder mag worden gebruikt. De hoogwerker mag pas na toestem-
ming van de door de werkgever/eigenaar aangewezen verantwoordelijke persoon in gebruik
genomen worden.
2.2. Gebruik en bediening
•
De bedieningspersoon moet op de hoogte zijn van de gebruiks- en bedieningsvoor-
schriften.
•
Max. korfbelasting 200 kg of 2 personen plus 40 kg gereedschap, de maximale korf-
belasting mag nooit worden overschreden. Het, door het bewegen van de korf, uitoe-
fenen van duw, trek en hefbelastingen is niet toegestaan.
•
Alvorens af te stempelen de trailerhoogwerker loskoppelen van het trekkend voertuig.
•
Altijd de machine afstempelen zodanig dat de wielen geheel los van de grond
zijn; zodanig afstempelen dat alle 4 stempels ongeveer gelijk dragen. Het
verdient aanbeveling eerst af te stempelen op de maximale hoogte en
vervolgens eventueel een of meerdere steunen in te trekken om te nivelleren.
•
Bij het afstempelen ervoor zorgen, dat zich geen personen en/of voorwerpen kunnen
beknellen, onder de uitklappende stempels.
•
Bij het uitzetten of intrekken van de stempels ervoor zorgen, dat het neuswiel niet
onnodig zwaar wordt belast met het gewicht van de aanhanger.
•
Scheefstand maximaal 1 graad.
•
Slechts inzetbaar op een horizontale, vlakke, voldoende draagkrachtige ondergrond;
bij slechte ondergrond altijd onderlegplaten gebruiken
7