2.4. Het opstellen van de hoogwerker
Alvorens de machine gereed te maken om ermee te werken, dienen eerst de omge-
vingsfactoren te worden nagegaan:
• hellingshoek van de aanhanger maximaal 1 graad.
• voldoende draagkrachtige ondergrond; bij twijfel onderlegplaten gebruiken.
• fysische toestand van de grond (een hard bevroren grond kan zacht worden bij
ontdooiing).
• de omgeving moet vrij zijn van obstakels die een botsing tot gevolg zouden kun-
nen hebben.
Als de omgeving in orde is bevonden kan begonnen worden met het afstempelen van
de machine. Hierbij dienen de volgende handelingen te worden uitgevoerd:
•
koppel als eerste de hoogwerker/aanhanger los van het trekkend voertuig
•
blokkeer de aanhanger d.m.v. de handrem.
•
zet de sleutelschakelaar op stand "draaihoofd"
•
zet de schakelaar 'hoogwerker/steunen,(rijden)' op stand 'steunen,(rijden)' (de
elektromotor loopt nu); nb. rijden is een optie.
•
zet de stempels uit met de vier handventielen op het onderstel totdat de vier
rode lampen van de stempels uit zijn; de groene lamp 'stempels uit' op de
bedieningspost op het draaihoofd en in de korf gaat nu aan; zorg ervoor dat de
wielen geheel los van de grond zijn en dat alle vier stempels ongeveer gelijk
dragen
•
controleer met het waterpas of de machine niet meer dan 1 graad scheef staat;
regel indien nodig bij
•
ontgrendel als laatste de bovenboom.
OPMERKING:
Bij het uitzetten of intrekken van de stempels ervoor zorgen, dat het neuswiel niet onnodig
zwaar wordt belast met het gewicht van de aanhanger.
14