Anleitung_BT_PG_2000_SPK7:_
5. Technische gegevens
Generator:
Bescherming type:
Continuvermogen P
(S1):
nenn
Maximumvermogen P
(S2 2 min.):
max
Nominale spanning U
:
nenn
Nominale stroom I
:
nenn
Frequentie F
:
nenn
Type aandrijfmotor:
Cilinderinhoud:
Max. vermogen:
Brandstof:
Tankinhoud:
Motorolie:
Verbruik bij 2/3 belasting:
Gewicht:
Geluidsdrukniveau L
:
pA
Geluidsvermogensniveau L
WA
Vermogensfactor cos ϕ:
Bescherming type:
Vermogensklasse:
Temperatuur max:
Opstelhoogte max. (boven zeespiegel):
Bougie:
Werkmodus S1 (continubedrijf)
De machine kan continu met het opgegeven
vermogen worden gebruikt.
Werkmodus S2 (korte-tijdbedrijf)
De machine mag kortstondig met het opgegeven
vermogen worden gebruikt. Daarna moet de
machine een tijdje stilstaan om oververhitting te
voorkomen.
16.03.2010
13:23 Uhr
6. Vóór ingebruikneming
6.1. Elektrische veiligheid:
synchroon
Elektrische toevoerkabels en aangesloten to
IP23
estellen dienen in een perfecte staat te zijn.
Er mogen enkel toestellen worden aangesloten
2000 watt
waarvan de spanning overeenkomt met de
2200 watt
uitgangsspanning van de elektriciteitsgenerator.
2 x 230V~
Nooit de elektriciteitsgenerator met het
stroomnet (stopcontact) verbinden.
8,7 A
De kabellengtes naar de verbruiker zijn zo kort
50 Hz
mogelijk te houden.
viertakt luchtgekoeld
6.2. Milieubescherming
196 cm³
Vervuild onderhoudsmateriaal, oliën etc. naar
3,74 kW / 5 pk
een inzamelplaats brengen die daarvoor
autobenzine
voorzien is.
Verpakkingsmateriaal, metaal en kunststof laten
15 l
recycleren.
ca. 0,6 l (15W40)
ca. 1,1 l/u
6.3 Aarding
Voor het afleiden van statische oplading is een
38 kg
aarding van de behuizing toegestaan. Te dien einde
71,6 dB (A)
een kabel aan de ene kant met de aardklem van de
generator (fig. 3/4) en aan de andere kant met een
/ onzekerheid K
externe massa (b.v. aardstaf) verbinden.
94 dB (A)/1,9 dB(A)
1
7. Bediening
IP23
G1
Let op! Voor de eerste inbedrijfstelling dient u
40°C
motorolie (ca. 0,6 l) en brandstof in te gieten.
1000 m
F6 RTC
Brandstofpeil controleren, indien nodig, bijvullen.
Zorg voor een voldoende ventilatie van het
toestel.
Vergewis u er zich van dat de ontstekingskabel
goed vastzit op de bougie.
De onmiddellijke omgeving van de generator in
oogschijn nemen.
Eventueel aangesloten elektrisch toestel van de
generator scheiden.
7.1 Motor starten
Benzinekraan (13) naar beneden opendraaien.
Aan- / uit-schakelaar (10) met sleutel naar stand
"ON" brengen.
Chokehendel (11) naar stand IØI brengen.
De motor met de omkeerstartinrichting (12)
starten door flink aan de hendel te trekken;
mocht de motor niet onmiddellijk starten,
opnieuw aan de hendel trekken.
Chokehendel (11) na het starten van de motor
opnieuw terugschuiven.
Seite 19
NL
19