4.Programmeren van de afstandsbediening
De meegeleverde afstandsbediening is voorgeprogrammeerd en opgeslagen in de besturingseenheid. Dit
hoofdstuk is daarom enkel van toepassing wanneer u de afstandsbediening vervangt.
1. Schakel het system uit. Druk gelijktijdig op de START- en ON/OFF knop op het wandpaneel en
houdt beiden ingedrukt. U houdt de knoppen ingedrukt gedurende de onderstaande procedure.
2. DRUK op de START knop op de afstandsbediening. Er volgen 2 piepjes die bevestigen dat de
instelling is opgeslagen. Wacht dan 2 seconden en druk op de AUTO knop op de
afstandsbediening. Er volgen weer 2 piepjes. Daarna doet u hetzelfde, door op de GET UP toets
op de afstandsbediening te drukken, waarna wederom 2 piepjes volgen.
3. U kunt nu de knoppen START en ON/OFF op het wandpaneel loslaten.
Indrukken en
ingedrukt houden.
START AUTO GET-UP
Achtereenvolgens de
knoppen START – AUTO
en GET-UP indrukken
14