5.3.
Specifieke installatievoorwaarden
Een van de kenmerken van een verwarmingssysteem met warmtepomp is het feit dat deze apparaten een aanzienlijke daling van
de afvoerluchttemperatuur veroorzaken. De afvoerlucht is niet alleen kouder, maar ook volledig ontvochtigd, waardoor het mogelijk
is om de lucht terug te voeren naar de woning om het gebouw in de zomer te koelen.
De installatie bestaat dan uit het splitsen van de uitlaatpijp. Er worden twee kleppen aangebracht om de luchtstroom naar buiten of
naar binnen te leiden, afhankelijk van het seizoen (afb. 6a, 6b).
5.4.
Montageafmetingen
The device must be installed on a stable, flat floor
surface that is not subject to vibration.
Dimensions [±5mm]
h [mm]
a [mm]
b [mm]
d [mm]
f [mm]
i [mm]
k [mm]
n [mm]
u [mm]
w [mm]
R [mm]
ØD [mm]
ØDF [mm]
M [mm]
5.5.
Aansluiting op het waterleidingnet enexterne warmtebronnen
Sluit de koudwater inlaat en uitlaatleidingen aan op de juiste aansluitpunten. De volgende afbeelding (afb. 8) toont een voorbeeld
van de aansluiting op het waterleidingnet.
OPMERKING: Wanneer de waterhardheid bijzonder hoog is (hoger dan 25 °f), wordt aanbevolen om een
waterontharder te gebruiken die op de juiste manier gekalibreerd en gecontroleerd is. In dit geval mag de
resterende hardheid van het water niet onder 15 °f vallen.
•
Bij gebruik van het toestel bij temperaturen en drukken boven de voorgeschreven limieten vervalt
de garantie.
•
De extra warmtewisselaar is ontworpen om het drinkwater te verwarmen door middel van circuler-
ende vloeistof in de vloeistoffase. Bij gebruik van een werkvloeistof in de warmtewisselaar in de gasfase
vervalt de garantie.
•
De warmtewisselaar is ontworpen om in een gesloten circuit met werkvloeistof water of water + pro-
pyleenglycol + anti-corrosie additieven te werken. De niet-naleving van deze vereiste doet afbreuk aan
de garantievoorwaarden.
260
2010
1285
834
1285
1064
781*
60
766*
1440
58
2055
630
160
260
Vereisteinstallatie-elementen:
1.
Inlaatwaterpijp
2.
Afsluiter
3.
Drukregelaarvoor het inlaatwater
4.
Terugslagklep
5.
Veiligheidsklep - 8 bar
6.
Riolering
7.
Aftapkraan
8.
Expansievat
9.
Veiligheidsklepvoor het
* - alleen voor modellen met warmtewisselaar!
CW– koudwaterinlaat- G1"
HW – warmwaterinlaat - G1"
IS – ingang van de zonnewarmtewisselaar - G1"
OS – uitgang van de zonnewarmtewisselaar - G1"
TS - thermische sensor - G 1/2"
R - recirculatie - G 3/4"
EE – gat voor elektrische verwarming - G 11/2
MA - Mg anode- G11/4
CD – condensafvoer – G3/4
zonnesysteem - 6 bar
10.
15.
16.
17.
18.
E.
11
Expansievatvoor het zonnesysteem
Recirculatiepomp; I max = 5A
Thermostatischmengventiel
Debietschakelaar
Externethermische sensor
Regeling van de warmtepomp