Kies de snij-inrichting die het meest gepast is
voor het werk dat u wilt uitvoeren, volgens deze
aanwijzingen:
• De draadhouder kan hoog gras en niet-
houterige begroeiing verwijderen tegen
omheiningen, muren, funderingen, trottoirs,
rond bomen, enz. of een bepaalde zone
van de ruin volledig schoon te maken;
• het mes met 3 punten is geschikt
voor het maaien van kreupelhout en
struikgewas tot een diameter van 2 cm.
• het zaagmes (indien toegestaan)
staat toe houten delen te snijden
en kleine bomen om te hakken.
BELANGRIJK Elke keer wanneer men de
snij-inrichting moet wisselen, moet men alle
elementen van de inrichting demonteren.
4.4 MONTAGE VAN DE BESCHERMING
VAN DE SNIJ-INRICHTING
Draag werkhandschoenen.
4.4.1 Montage van de bescherming van
de snij-inrichting (draadhouder,
mes met 3 punten)
BELANGRIJK Elke keer wanneer
men deze bescherming gebruikt, moet
men zich ervan verzekeren dat het
plaatje van de aandrijvingsbuis (Afb.
6.B, Afb. 6.E) gemonteerd is.
1. Draai de schroeven los (Afb. 6.A).
2. Plaats de bescherming (Afb. 6.C) ter hoogte
van de openingen in het plaatje (Afb. 6.B)
op de aandrijvingsbuis (Afb. 6.D).
3. Bevestig de bescherming (Afb. 6.C) door de
schroeven stevig vast te draaien (Afb. 6.A).
OPMERKING Op de bescherming
van de snij-inrichting (Afb. 1.E) vindt
men het volgende symbool:
Dit geeft de draairichting van
de snij-inrichting aan.
4.4.2 Montage van de bescherming
van de snij-inrichting (zaagmes,
indien toegestaan)
Deze bescherming mag niet gebruikt
worden voor de andere snij-inrichtingen.
1. Verwijder de beschermingen die
eventueel voor de andere snij-
inrichtingen gebruikt werden.
2. Verwijder het plaatje van de
aandrijvingsbuis (Afb. 6. B) en bewaar
de schroef ervan (Afb. 6.E).
3. Plaats de steun van de bescherming
voor het zaagmes (Afb. 7.A) op de
aandrijvingsbuis (Afb. 7.B), zorg ervoor
dat de pin (Afb. 7.C) correct in de
opening op de buis steekt (Afb. 7.D).
4. Bevestig de steun (Afb. 7.A)
met de schroef (Afb. 7.E) en
klem deze stevig vast.
5. Plaats de bescherming (Afb. 7.F) ter
hoogte van de openingen van de steun.
6. Bevestig de bescherming (Afb.
7.F) door de schroeven stevig
vast te draaien (Afb. 7.G).
4.5 MONTAGE/DEMONTAGE VAN
DE SNIJ-INRICHTING,
Draag werkhandschoenen.
4.5.1 Montage draadhouder
1.
1.a
Type I: Monteer, met de afstandshouder
(Afb. 8.A.1) correct op de as geplaatst,
de interne ringmoer (Afb. 8.A) en de
externe ring (Afb. 8.D) in de aangegeven
richting, verzeker u ervan dat de
groeven perfect overeenkomen met
die van de hoekretour (Afb. 8.B).
1.b
Type II: Monteer, met de afstandshouder
(Afb. 9.A.1) correct op de as geplaatst,
de interne ringmoer (Afb. 9.A) in de
aangegeven richting, verzeker u ervan
dat de groeven perfect overeenkomen
met die van de hoekretour (Afb. 9.B).
2. Plaats de meegeleverde sleutel (Afb. 8.C,
Afb. 9.C) in de daarvoor bestemde opening
van de interne ringmoer (Afb. 8.A, Afb. 9.A)
en laat de ringmoer zelf draaien door op
de sleutel te duwen (Afb. 8.C, Afb. 9.C) tot
deze in de opening van de hoekretour zit
(Afb. 8.B, Afb. 9.C), en zo de rotatie blokkeert.
NL - 8