7.8 Ongeoorloofd gebruik
■
Onbevoegd gebruik van de afstandsbediening kan ongelukken en letsel veroorzaken. Voorkom dat onbevoeg-
den toegang krijgen tot de afstandsbediening.
7.9 Bediening
■
Een beschadigde zender kan het gebruik van de afstandsbediening onveilig maken. Vermijd grote schokken en
ruwe behandeling van de zender.
■
Bliksem en andere sterke elektromagnetische storingen kunnen de veilige werking van de afstandsbediening
beïnvloeden. Bedien de controller niet tijdens onweer of in de aanwezigheid van andere sterke elektromagneti-
sche interferentie.
■
Schakel de controller en zender na gebruik uit om het risico op ongelukken te verminderen. Schakel de voeding
naar de ontvanger uit en beveilig deze. Schakel de zender uit. Bewaar de zender op een veilige plaats om onge-
autoriseerde toegang te voorkomen.
■
De indicatorlampjes op de zender geven de status van de besturing aan om een veilige werking te garanderen.
Leer de betekenis van de indicatorlampjes zoals beschreven in deze instructies. Neem de nodige maatregelen
in reactie op de indicaties zoals beschreven in deze instructies.
■
Als het product niet langer veilig gebruikt kan worden, stel het dan buiten bedrijf en zorg ervoor dat niemand het
per ongeluk kan gebruiken. Probeer het product NIET zelf te repareren. Veilig gebruik kan niet langer worden
gegarandeerd als het product:
– zichtbaar is beschadigd,
– niet meer naar behoren werkt,
– gedurende een langere periode onder slechte omstandigheden is opgeslagen of
– onderhevig is geweest aan ernstige transportbelasting.
7.10 Reparaties
■
Ongeautoriseerde reparaties kunnen ongelukken, ernstig letsel of de dood veroorzaken. Reparaties mogen al-
leen worden uitgevoerd door een professional met de nodige kennis.
■
Er kan levensgevaarlijke spanning in de ontvanger aanwezig zijn als deze open is. Er bestaat een risico op le-
vensgevaarlijke elektrische schokken. Schakel de voedingsspanning uit tijdens reparaties.
7