Advertenties
Opm.:
Alle parameters en functies in de volgende tabellen zijn enkel toegankelijk wanneer de sensor zich in de instelmodus bevindt.
.
De rode LED knippert langzaam.
Tijdens de configuratie van uw sensor met de afstandsbediening, kunt u elk moment de waarde van de ingevoerde parameters kennen door onderstaande
werkwijze te volgen :
PARAMETERS
WAT MOET U DOEN?
CONTROLE
Druk op de toets van de parameter waarvan u de waarde wenst te kennen en druk vervolgens op de toets voor CONTROLE VAN DE
VAN DE
WAARDEN (15). U hoeft dan slechts te tellen hoeveel maal de LED knippert en u kent de status gecontroleerde parameter.
WAARDEN
Een LED die niet knippert, duidt op de waarde 0.
Herhaal deze handeling zo nodig om de status van de overige parameters te kennen.
Voorbeeld: gevoeligheidstoets (7) – LED knippert 7-maal: de parameter ''gevoeligheid'' staat ingesteld op de waarde 7.
CONTROLE VAN DE WAARDEN :
PLUS
Druk op de toets van de parameter die u wilt wijzigigen - gevoeligheid (7) of duur van de opening (6) – en vervolgens op de PLUS-toets (3) om
de waarde met één eenheid te verhogen.
PLUS :
MIN
Druk op de toets van de parameter die u wilt wijzigigen - gevoeligheid (7) of duur van de opening (6) – en vervolgens op de MIN-toets (5) om
de waarde met één eenheid te verlagen.
MIN:
Tijdens een configuratiesessie knippert de rode LED snel in afwachting van een waarde. Zodra deze is ingevoerd, knippert hij opnieuw langzaam.
PARAMETERS
WAT MOET U DOEN?
GEVOELIGHEID Druk op de GEVOELIGHEIDS-toets (7). Voer de gevoeligheidscoefficient in
met behulp van de cijfer-toetsen 0-9 (1) of wijzig deze coefficient met behulp
van de PLUS-toets (3) of van de MIN-toets (5) om de gewenste gevoeligheid
in te voeren (of stel deze parameter in met de toetsen PLUS (3) of MIN (5)
zoals hierboven uitgelegd).
GEVOELIGHEID:
DUUR VAN DE
Druk op de toets DUUR VAN DE OPENING (6), en gebruik vervolgens de
OPENING
cijfertoetsen 0-9 (1) om de gewenste openingsduur in te voeren (0.5 s tot 9 s)
(of stel deze parameter in met de toetsen PLUS (3) of MIN (5) zoals
hierboven uitgelegd).
DUUR VAN DE OPENING:
DETECTIE-
Druk op de toets voor de DETECTIEWIJZE (8). Kies met behulp van de cijfer-
WIJZE
toetsen 1-5 (1) in de gewenste wijze:
Toets 1 : in twee richtingen
Toets 2 : in één richting
Toets 3 : in één richting met MTF-functie
Toets 4 : in één richting in reverse modus
ENKEL VOOR
Toets 5: in één richting in reverse modus met MTF-functie
EAGLE ONE HM
DETECTIEWIJZE:
IMMUNITEIT
Druk op de IMMUNITEIT-toets (9). Kies met behulp van de cijfer-toetsen 1-9
(1) de gewenste soort digitale filter :
Toets 1 :
detectie van quasi-aanwezigheid
Toets 2 :
normaal
Toets 3 :
verhoogde immuniteit
Toets 4-9 : aanvullende verhoogde immuniteit
4: laagste niveau
9: hoogste niveau
IMMUNITEIT :
INSTALLATIE-
Druk op de INSTALLATIEHOOGTE-toets (13) en vervolgens op de
HOOGTE
cijfertoetsen 1-2 (1) naargelang de installatiehoogte van de sensor:
Toets 1: standaard installatiehoogte
Toets 2: grote installatiehoogte
INSTALLATIEHOOGTE:
UITGANGS-
Druk op de UITGANGSCONFIGURATIE-toets (17), en kies met behulp van
CONFIGURATIE
de cijfer-toetsen 1-2 (1) de gewenste configuratie:
Toets 1 : actief
Toets 2 : passief
UITGANGSCONFIGURATIE:
DEUR-
Druk op de DEURBEDIENING-toets (14), en kies met behulp van de cijfer-
BEDIENING
toetsen 1-3 (1) de gewenste configuratie:
Toets 1 : automatische modus
Toets 2 : deur permanent open
Toets 3 : deur permanent gesloten
DEURBEDIENING:
DEFINITIES – TIPS
Door verhoging van de gevoeligheid detecteert de sensor
beter kleine signalen.
Een verhoging van de gevoeligheid komt neer op een
vergroting van het detectieveld.
Via de openingsduur kan de bekrachtiging van het relais na
een detectie worden verlengd. Het is beter deze parameter te
gebruiken dan die van de bedieningseenheid die dezelfde
functie verricht (verstoort de sensor).
Bij tweerichtingswerking detecteert de sensor objecten die
naderen of die zich verwijderen. Bij eenrichtingswerking
detecteert de sensor enkel objecten die naderen. Bij
eenrichtingswerking in reverse modus detecteert de sensor
enkel objecten zich verwijderen. In MTF-modus (Motion
Tracking Feature) schakelt de sensor automatisch over van
eenrichtings- op tweerichtingswerking zodra een beweging
wordt gedetecteerd. Deze functie wordt aanbevolen voor
toepassingen in zieken- en bejaardentehuizen.
Een verhoging van de immuniteit leidt tot een verhoging van
de weerstand van de sensor tegen storende factoren zoals
regen, trillingen, enz.
De aanvullende verhoogde immuniteit (4-9) vermindert
storingen in zeer reflecterende omgevingen (tochtsluizen,
ronde en gebogen schuifdeuren, aanwezigheid van
metaal, enz.)
De sensor heeft een verhoogde gevoeligheid in de stand
"grote installatiehoogte". Deze instelling is aangewezen
wanneer de detectie aan de rand van het veld onnauwkeurig
is.
Actief
Detectie
Geen detectie
In de modus "deur permanent open", detecteert de sensor
voortdurend. De rode LED is voortdurend AAN.
In de modus "deur permanent gesloten", is de sensor in
standby. De sensor detecteert niets meer en de LED is
voortdurend UIT.
Passief
5/8
Advertenties
