•
De vaste kop kan in om het even welke positie op het bed
geklemd worden. Indien u echter de vaste kop meer dan 25°
draait dan wordt het moeilijk om de beitelsteun in de juiste
positie ten opzichte van het werkstuk te plaatsen. U kan de
vaste kop evenwel ook 90° draaien, bijvoorbeeld voor het
draaien van grote diameters, of voor het draaien van
onevenwichtige stukken. In dat geval is het raadzaam om de
vaste kop naar het midden van het bed te schuiven, en vast te
klemmen met de centrale klembout plus met de twee
meegeleverde extra klemplaten, links en rechts van de centrale
bout. De beitelsteunhouder wordt nu niet meer op het
draaibankbed maar op de buitendraaiïnrichting (optie) geklemd.
9 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
•
Enkel personeel dat de nodige vorming en opleiding heeft gekregen mag deze machine
bedienen. Vooraleer de machine te bedienen moet men eerst deze voorschriften hebben
gelezen en begrepen.
•
De bediener moet steeds de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
•
Draag steeds hoofdbescherming, een bril en stofmasker.
Let erop dat de machine stevig en stabiel op een vaste ondergrond staat.
•
Laat geen draaiende machine onbeheerd achter, zet de hoofdschakelaar steeds af na
•
gebruik.
•
Tijdens het werken met de machine moeten alle veiligheidsinrichtingen en afdekkingen
gemonteerd zijn.
•
Er mogen geen houtspaanders of houtafval op de werkplek van de machine liggen.
•
Elektrische aansluitingen controleren en geen defecte leidingen gebruiken.
•
Hou kinderen uit de buurt van de op het stroomnet aangesloten machine.
Hou de werkplek en doorgangen vrij van obstakels
•
Veiligheidsvoorzieningen mogen niet verwijderd of buiten werking worden gesteld
•
Schermen dienen steeds op hun plaats te staan bij gebruik
•
•
De beitelsteun zo dicht mogelijk bij het werkstuk zetten. Dit alleen doen bij niet draaiende
machine
De omtreksnelheid van het werkstuk mag niet meer dan 25m/s bedragen
•
Werkstukken voor het inspannen tussen de centreerpennen aan beide zijden van een cen-
•
treergat voorzien.
Grote werkstukken en werkstukken die niet in balans zijn, op de laagste snelheid laten
•
draaien.
•
Voor het inschakelen van de machine moet gecontroleerd worden of het werkstuk goed
vastgezet is.
Spansleutels of spanstiften voor het inschakelen van de machine verwijderen.
•
Houtdraaibeitels altijd met beide handen vast houden.
•
•
Werkstukken met scheuren mogen niet gebruikt worden.
Op de juiste instelling van het toerental van de machine letten.
•
Als u de werkplaats verlaat, de motor uitschakelen. De stekker uit het stopcontact trekken.
•
Riemafdekking altijd sluiten.
•
Het werkstuk nooit met de hand afremmen, metingen nooit aan het draaiende werkstuk
•
uitvoeren.
Alleen met goed geslepen gereedschap werken.
•
De machine mag enkel gebruikt worden met inachtneming van de geldende
•
veiligheidsvoorschriften. Storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden moeten
onmiddellijk verholpen worden.
De machine is volgens de nieuwste stand van de techniek en de erkende
•
veiligheidstechnische regels gebouwd. Toch kunnen er tijdens het werken nog enkele
risico's optreden.
Gebruiksaanwijzing
pagina20 / 24