4.
Leeg het gemengde materiaal in de verdeelpot en doe het deksel erop. Door de
doseerpot boven het gewas te vullen, voorkomt u verspilling van de bestrijders. Het
beste kunt u dit in één keer legen, niet te langzaam! Zet daarna voorzichtig de
doseerpot op de draaikop van de Mini-Airbug.
Figuur 5.12 Bijvullen verdeelpot
5.
Start de Mini-Airbug met de schakelaar en loop van het hoofdpad naar de gevel, draai
daar om en loop weer terug naar het hoofdpad. Houd het apparaat tijdens het
verblazen altijd horizontaal, zodat:
a. het materiaal uit de mengpot midden in de verblaasbaan blaast.
b. de ventilator in de juiste hoek over het gewas blaast, dit is belangrijk voor een
gelijkmatige verdeling.
In het begin zal het materiaal in de doseerpot de gaten nog iets blokkeren. Wanneer
het iets beter gaat rollen, komt er meer uit. Het beste is om in het begin iets langzamer
te lopen en naar het einde toe uw loopsnelheid iets op te voeren.
Wanneer u weer terug bent bij het begin, is het de bedoeling dat er nog een klein
beetje materiaal over is. Zo heeft u iedere keer een indicatie dat u goed heeft uitgezet.
Wat over is kan aan de kopse kant uitgestrooid worden of alsnog worden verblazen.
U start de potmotor door alleen de bovenste schakelaar om te zetten.
Figuur 5.13 Potmotor aanzetten
U start de ventilator door ook de tweede schakelaar om te zetten.
Figuur 5.14 Ventilator aanzetten
Pagina 18 van 28