Voor de installateur
1. Montagehandleiding
1.1 Veiligheidsvoorschriften
De inbouw van het thermorelais moet door een daartoe bevoegde vakman met inachtneming van
deze handleiding worden uitgevoerd. Alle elektrische aansluit- en installatiewerkzaamheden dienen
te worden uitgevoerd conform de VDE-bepalingen 0100, de voorschriften van de verantwoordelijke
elektriciteitsbedrijven en de betreffende nationale en regionale voorschriften.
Tip:
Het thermorelais TS 10 moet in de warmteaccumulator WSP 2010–WSP 7010 worden ingebouwd,
wanneer i.v.m. de eisen van het nutsbedrijf geen verwarmingsbeveiliging mag worden geïnstal-
leerd.
1.2 Verpakkingseenheid
1 Thermorelais
1 Busklem
1 Onderfolie voor busklem
2 Bouten
3 Bruine draden 170 mm
2 Bruine draden 290 mm
1 Schakelschemastickers
1 Gebruiks- en montagehandleiding
2. Montage
Voor het begin van de werkzaamheden de warmteaccumulator spanningsvrij maken.
In het bijzonder in acht nemen!
Bij het aansluiten van de warmteaccumulator op een automatische oplaadbesturing kan er ook
spanning op de klemmen A1/Z1 - A2/Z1 staan wanneer de zekeringen zijn verwijderd.
Het thermorelais dient als volgt te worden ingebouwd:
• De rechter zijwand verwijderen zoals beschreven in de gebruiks- en montagehandleiding van de
warmteaccumulator WSP.
• Het thermorelais (2) in de schakelruimte op de bevestigingsplaat (1) boven de
aansluitklemmenstrip (X2) steken en met de meegeleverde zelftappende bout M4 x 8 bevestigen
(zie afb.).
• De busklem (X3) (3) met de onderfolie (4) onder de aansluitklemmenstrip (X1) voor de
aansluitleidingen bevestigen (zie afb.).
• De van de aansluitklemmenstrip X1 komende schakeldraad L1 (paars), L2 (bruin) en L3 (wit) op
de veiligheidstemperatuurregelaar F1 steken en onder op de vrije platte stekker van het
thermorelais K1 steken.
• Steek de 3 bruine, meegeleverde draden (170 mm) op de vrijgekomen stekkerplaatsen van de
veiligheidstemperatuurregelaar F1 en overeenkomstig de kleuren op het thermorelais (2/K1)
(zie schakelschema).
• Steek de 2 bruine, meegeleverde draden (290 mm) op het thermorelais (2/K1) en verbind deze
met de busklem (X3) (zie schakelschema).
8