6. In bedrijf stellen
6.1. Voorbereiding
ä
Let op!
Schakel de voedingsspanning van de warmtepomp nog niet in.
Doe dit pas als dit uitdrukkelijk wordt gevraagd tijdens de
inbedrijfstelling.
ä
Let op!
De woning moet minimaal 24 uur voor de inbedrijfstelling een
binnentemperatuur hebben van ongeveer 18°C of hoger. Gebruik
hiervoor uitsluitend bouwdrogers en ventilatie.
Voordat de inbedrijfstelling mag worden uitgevoerd moeten de
volgende stappen zijn uitgevoerd en gecontroleerd:
De woning is aangesloten op een vaste elektrische aansluiting
●
via een energieleverancier.
Geen inbedrijfstelling via een bouwaansluiting!
Vul en ontlucht het gehele warmtepompsysteem:
●
-
Vullen en ontluchten cv-systeem op pagina 51.
-
Vullen en ontluchten bronsysteem op pagina 51.
-
Vullen en ontluchten tapwatersysteem op pagina 51.
Controleer met behulp van de Checklist Oplevering voor
●
Inbedrijfstelling of het warmtepompsysteem volgens de
installatievoorschriften is geïnstalleerd.
Vul de checklist in en stuur het ondertekende origineel of een
●
(digitale) kopie hiervan naar Itho Daalderop.
6.1.1. Vullen en ontluchten tapwatersysteem
Opmerking
Gedurende de eerste tijd kan er ingesloten lucht vrijkomen
tijdens het tappen van warm water.
Controleer en open alle handbediende afsluiters, kleppen en
●
kranen van het tapwatersysteem.
Vul het tapwatersysteem.
●
Ontlucht de sanitaire leidingen door de koude en warme
●
aansluiting van de aangesloten waterkranen te openen. Zodra
er een stabiele waterstraal ontstaat is het betreffende
leidingdeel ontlucht en kan de kraan weer gesloten worden.
Vul de aanwezige sifons van de binnenriolering volledig met
●
water.
6.1.2. Vullen en ontluchten cv-systeem
ä
Let op!
Volg voor vloerverwarming de vul- en ontluchtinstructie van de
fabrikant.
Controleer en open alle handbediende afsluiters, kleppen en
●
kranen van het cv-systeem.
Controleer en open alle automatische ontluchters van het cv-
●
systeem.
Vul het cv-systeem.
●
Ontlucht het cv-systeem. Begin bij het laagste punt en eindig bij
●
het hoogste punt.
Het cv-systeem moet op een systeemdruk van ongeveer 150-200
●
kPa (1,5-2 bar) worden ingesteld, gemeten bij de warmtepomp.
Controleer het cv-systeem op lekkage.
●
6.1.3. Vullen en ontluchten bronsysteem
ä
Let op!
Het toevoegen van additieven aan het bronwater is niet
toegestaan.
Controleer en open alle handbediende afsluiters, kleppen en
●
kranen van het bronsysteem.
Controleer en open alle automatische ontluchters van het
●
bronsysteem.
Vul, indien dit niet collectief geregeld is, het bronsysteem.
●
Ontlucht het bronsysteem.
●
Het bronsysteem moet op een systeemdruk van 150-200 kPa
●
(1,5-2 bar) worden ingesteld, gemeten bij de warmtepomp.
Controleer het bronsysteem op lekkage.
●
51