Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Theben theRonda P360-330 DALI UP WH Handleiding pagina 2

Verberg thumbnails Zie ook voor theRonda P360-330 DALI UP WH:
Inhoudsopgave

Advertenties

op het gewenste niveau constant gehouden. De verlichting
wordt met de inschakeldimwaarde ingeschakeld en op de
ingestelde gewenste lichtsterkte geregeld. Afhankelijk van de
soort functie „school" of „office" reageert de aanwezigheids-
melder na handmatig dimmen met de toets anders:
Bedieningswijze ‚school' voor toepassingen in school- en
vergaderlokalen:
y Manueel dimmen stopt de constante lichtregeling.
y Verlichting behoudt tijdens aanwezigheid de gedimde
waarde (geen beïnvloeding door lichtsterkte).
y Door uit- en weer inschakelen keert men terug naar de
regelmodus.
Bedieningswijze „office" voor gebruik in afzonderlijke en
grote kantoren:
y Constante lichtregeling blijft na handmatig dimmen tot
de huidige lichtsterkte tijdelijk actief als nieuwe gewenste
lichtsterkte.
y De nieuwe gewenste lichtsterkte geldt alleen bij
aanwezigheid.
y Na afloop van de nalooptijd licht wordt de oorspronkelijk
ingestelde gewenste lichtsterkte weer hersteld.
Schakelen
De schakelreactie wordt door aanwezigheid en lichtsterkte
geregeld. Het kanaal licht wordt ingeschakeld bij duisternis en
aanwezigheid. De verlichting schakelt uit bij voldoende lichts-
terkte of na de ingestelde nalooptijd licht bij afwezigheid. De
verlichting wordt ingeschakeld met de inschakeldimwaarde.
Met de toets kan de kunstlichtsterkte tijdens de aanwezigheid
worden veranderd. Na een oversturing met de toets blijft de
verlichting ten minste 30 min ingeschakeld. Wordt de ruimte
(eerder) verlaten, dan gaat het licht altijd uit na afloop van de
ingestelde nalooptijd.
Stand-by (oriëntatielicht)
De stand-by-functie dient als oriëntatielicht. Na afloop van
de nalooptijd licht wordt de verlichting weer op de stand-
by-dimwaarde (1–100 % van het lampvermogen) ingesteld.
De stand-by tijd kan tussen 0 s en 4 h of constant worden
ingesteld. Ligt de lichtsterkte in de ruimte boven de gewenste
lichtsterkte, dan wordt de verlichting uitgeschakeld. Indien de
lichtsterkte in de ruimte tot onder de gewenste lichtsterkte
daalt, schakelt de verlichting vanzelf op de stand-by licht-
sterkte in. Als de ruimte opnieuw wordt betreden, gaat de
melder automatisch (volautomatisch) resp. na indrukken van
de toets (halfautomatisch) terug naar de ingestelde gewenste
lichtsterkte.
Nalooptijd licht
De minimale nalooptijd (10 s– 4 h) is instelbaar. Deze past
zich zelflerend aan het gebruikersgedrag aan en kan auto-
matisch tot max. 30 min worden verhoogd resp. weer tot de
ingestelde minimumtijd worden verlaagd. Bij instellingen
≤ 2 min of ≥ 30 min blijft de nalooptijd onveranderd op de
ingestelde waarde. Als een niet-bezette ruimte slechts kort
wordt betreden en binnen 30 s weer verlaten, wordt de ver-
lichting na 2 minuten vroegtijdig uitgeschakeld (kortdurende
aanwezigheid).
Toetsaansturing
Via een toets is de verlichting altijd manueel te schakelen
of te dimmen. Een korte druk op de toets schakelt het licht
aan resp. uit, langer drukken dimt de verlichting omhoog of
omlaag. De dimrichting verandert bij elke druk op de toets.
Wordt de verlichting handmatig uitgeschakeld, dan blijft de
verlichting uitgeschakeld zolang er personen aanwezig zijn.
Na afloop van de nalooptijd wordt de verlichting weer auto-
matisch ingeschakeld.
L Let op het verschillende gedrag bij constante lichtregeling
en schakelmodus, dat in de betreffende hoofdstukken is
beschreven.
Vol- of halfautomatisch
De verlichting van de aanwezigheidsmelder wordt naar keuze
volautomatisch voor meer comfort resp. halfautomatisch voor
een grotere besparing geregeld. Bij ‚volautomatisch' wordt de
verlichting automatisch in- en uitgeschakeld. Bij ‚halfautoma-
tisch' moet de verlichting altijd manueel worden ingeschakeld.
Het uitschakelen van de verlichting vindt automatisch plaats.
Zeer eenvoudige instelling van het energiebesparingsgedrag
Met de keuze „eco" voor optimaal schakelgedrag of „eco plus"
voor maximale energiebesparing kan de gebruiker de aanwe-
zigheidsmelder zeer eenvoudig op zijn behoeften instellen.
Kanaal C4 licht
Als een DALI-relais SU 1 DALI-2 (4940091) is aangesloten op
de DALI-lijn, kan het worden gebruikt als een extra lichtkanaal
C4. Het DALI-2 relais wordt automatisch herkend en geïnteg-
reerd. Een aparte toewijzing zoals bij de verlichtingsgroepen
is niet nodig.
De parameter "DALI relais functie" kan worden ingesteld op
"Lichtkanaal C4" via deSenda Plug app. Lichtkanaal C4 is dan
beschikbaar als aanwezigheids- en helderheidsafhankelijk
lichtkanaal in de schakelmodus. Het functietype kan onafhan-
kelijk van lichtkanaal C2, C2, C3 worden ingesteld::
Met functietype C4 = volautomatisch
Zodra een van de lichtkanalen C1, C2 of C3 wordt ingescha-
keld, wordt lichtkanaal C4 ook ingeschakeld. Als het laatste
lichtkanaal wordt uitgeschakeld, wordt lichtkanaal C4 ook
uitgeschakeld.
Met functietype C4 = halfautomatisch
Wanneer de aan lichtgroep C4 toegewezen drukknop wordt
ingedrukt, schakelt lichtkanaal C4 in. Na afloop van de
nalooptijd schakelt C4 weer uit.
L Een typische toepassing is een klaslokaal; hier kan het
relais worden gebruikt om de verlichting van het wandpa-
neel aan en uit te schakelen.
L De oriëntatieverlichting heeft geen invloed op lichtkanaal
C4. Het overbruggen van lichtkanalen C1, C2 of C3 heeft
geen invloed op lichtkanaal C4.
L Lichtkanaal C4 kan worden overbrugd met een druk-
knop. In de halfautomatische modus kan lichtkanaal C4
worden ingeschakeld voor de duur van de inschakelduur
(aanwezigheid).
L Het DALI-relais kan worden gebruikt als lichtkanaal C4 of
als extra aanwezigheidskanaal voor HVAC-toepassingen.
Zie ook hoofdstuk "DALI relaisfunctie" op pagina 6.
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

2080045

Inhoudsopgave